6g
worden geplaatst, toegegeven aan eene plotselinge opwelling en
tegenzin tegen den trouwen dienaar? De gegevens ontbreken, om
met zekerheid tusschen deze beide mogelijkheden te kiezen. Maar
dat Amalia de oorzaak is geweest van de ongenade, die Huygens
in het laatste jaar van Fredertk Hendriks leven heeft ondervonden
is niet te betwijfelen.
Dat Huygens onder deze omstandigheden met weinig opgewekt
heid het huwelijk van den Grooten Keurvorst met Frederik Hendriks
oudste dochter, Louise Henriette, dat 7 December 1646 in den
Haag werd gesloten, heeft meegevierd, is zeer waarschijnlijk; ook
één der hoofdpersonen bij de plechtigheid had weinig reden tot
feestvieren, al heeft zij later den eens genomen stap allerminst
betreurd. Dat Huygens bij deze gelegenheid op nieuw met den
Keurvorst in aanraking is gekomen, met wien hij later zooveel heeft
gecorrespondeerd, blijkt uit den keten van 1000 waarde, hem in
het voorjaar van 1647 door den vorst vereerd. Trotsch op zijne
onschuld bij alles, wat hij den laatsten tijd had ondervonden, hield
hij opgewektheid genoeg, om een gedicht van langen adem op touw
te zetten en te voltooien.
Lucretia van Trello, een vriendin uit zijne jonge jaren, nu eene
bedaagde maagd geworden, werd bedreigd door blindheid aan
één harer oogen en Huygens schreef voor haar Eufrasia, Ooghen-
troost aen Parthenine, dat hij 5 Jan. 1647 voltooide. Hij spoort
haar daarin aan tot lijdzaamheid en geduld, zegt, dat ook hij
steeds vreest door dezelfde ramp getroffen te zullen worden,
en somt dan eene lange rij van menschen op, die blind zijn door
hartstocht, onkunde of vooroordeel, Zieke en gezonde, „geruste”
en „onrustige”, „gierighe” en „quistighe”, „machtighe” en „eer-
suchtige menschen, enz, enz., zij allen zijn blind, want zij zien slechts
één kant van de dingen dezer wereld. Uit het gedicht blijkt de
rijke menschenkennis van de schrijver. De Eufrasia zag in 1647
bij de Elseviers te Leiden het licht en werd in 1651 en 1653 te
Amsterdam herdrukt; waarschijnlijk was dit nadruk.
Ruim eene maand, nadat Huygens zijne verdediging aan Amalia
had gezonden, nl. den i4den Maart, stierf Frederik Hendrik. De
minder goede verstandhouding, die er in de laatste maanden
tusschen den Prins en zijn trouwen dienaar had bestaan, heeft bij
dezen geen wrok achtergelaten. Hij heeft Frederik Hendrik innig
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.