HOOFDSTUK VIII.
16471650.
zijne goede ver-
aan geld, aan de
betreurd en zijne liefde voor hem getoond door zijn heele verdere
leven te waken voor de belangen van de weduwe, den zoon en
den kleinzoon van den geliefden meester.
Met den dood van Frederik Hendrik eindigde een zeer belang
rijk tijdperk van Huygens’ leven. Hij was de vertrouwde secretaris
van den Prins geweest en er was geene enkele belangrijke zaak,
die het Huis van Oranje betrof, of zij was door zijne handen ge
gaan. De onderhandelingen over het Engelsche huwelijk waren
door zijne tusschenkomst gevoerd en de agenten der Stuart’s, die
tijdens den burgeroorlog hier hulp en steun zochten, richtten zich
tot hem met hunne voorstellen en plannen. Hij was volkomen op
de hoogte van de politiek van zijn meester. Of hij somtijds ge
poogd heeft op die politiek invloed te oefenen, valt zeer te be
twijfelen. Huygens was een zeer voorzichtig man, die zich ongaarne
met een andermans zaken bemoeide. Zeker was hij eerzuchtig en
een weinig ijdel. Maar zijne eerzucht richtte zich niet op het streven
naar macht; hij wilde zich verdienstelijk maken op het gebied van
wetenschap en kunst en bekend zijn als een Maecenas, die, wan
neer het lot het zoo beschikt had, een groot kunstenaar of geleerde
had kunnen worden. Bovendien wenschte hij van zijne positie ge
bruik te maken, door velen, hoog en laag, aan zich te verplichten,
en hij stond altijd klaar voor ieder, die zijne hulp inriep. Ontel
baar zijn de menschen, die hij, door middel van
standhouding met den Prins, aan betrekkingen,
vervulling hunner wenschen heeft geholpen.
Aan dien invloed kwam nu een einde. Van vertrouwelijken om
gang tusschen den nieuwen stadhouder, die 21 jaar en een harts
tochtelijke jonge man was, en den 50-jarigen secretaris kon natuur
lijk geen sprake zijn. Wel heeft Huygens bij den zoon dezelfde
waardigheid bekleed als bij den vader en volgde hij den Prins
trouw op zijne vele reizen. Ook bleef hij raad en rekenmeester
van den Prins - die in October 1647 den Raad plotseling had
ontbonden zij het zonder bepaalde aanstelling. Maar hij zal zich
HET LEVEN VAN CONSTANTI.JN HUYGENS.
70