72 van Oranje. En tegen het einde van de maand naar den Haag teruggekeerd te zijn, met den Groningen, waar weder eens quaesties waren op te en Ommelanden. Huygens zou een heelen aan- nu genoemd werd, bij de voltooiing van het Huis ten van Solms Bosch. Terwijl dit gebouw, waarvan in 1645 de fondamenten waren gelegd, oorspronkelijk bestemd was als een buitenverblijf voor de Prinses, besloot zij na den dood van Frederik Hendrik, het tot een monument voor dezen in te richten. De groote zaal, die eerst als ontvangzaal dienst zou doen, moest nu gewijd worden aan de nagedachtenis van haar onvergetelijken echtgenoot door tal van deels symbolische schilderijen. Daarom werd er, nog in 1647, een koepel op geplaatst en later aan Huygens opgedragen, zich in verbinding te stellen met een groot aantal, meestal Zuid-Neder- landsche schilders. Vooral in 1649 zullen wij hem om die reden in druk verkeer zien met de mannen, die aan de Oranjezaal luister zouden verleenen. In Dec. 1647 zag een bundel composities van Huygens het licht met den titel: Pathodia sacra, et profana occupati. Hij bevat 20 bewerkingen van psalmen met Latijnschen tekst, 12 Italiaansche en 7 Fransche liederen, die alle onder begeleiding van luit of theorbe werden gezongen. Het werk is te Parijs bij eene bekende, oude muziekuitgeversfirma gedrukt; in de Zeven Provinciën, zoo be roemd om hun drukwerk, was daarvoor geene gelegenheid. Thomas Gobert. „maistre de la chapelle du Roy”, heeft toezicht gehouden op het drukken, dat tien maanden geduurd heeft en aanleiding gaf tot heel wat correspondentie. De Pathodia, die aan Utricia Swann was opgedragen, werd door den componist aan tal van vrienden en belangstellenden, hoog en laag, hier te lande en elders ten ge schenke gezonden. Het voorjaar en de voorzomer van 1648 schijnen voor Huygens zeer rustig te zijn geweest; hij heeft althans bijna niets over dien tijd opgeteekend in zijn Dagboek, waarin hij meestal trouw zijne reizen en reisjes vermeldde. Den 2<len Augustus woonde hij te Cleef de doopplechtigheid bij van Willem Hendrik, den eerstge borene van Frederik Willem, den Keurvorst van Brandenburg, en van Louise Henriette reisde hij, zonder Prins naar lossen tusschen Stad tijd in het Noorden vertoeven. Want nauwelijks te Groningen f" HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 80