73 was gekomen, hoorde Willem II, dat zijn zwager, de Prins van Wales in het land was, en hij snelde terug naar den Haag. Huygens maakte van die gelegenheid gebruik, om met eenige andere heeren van het gevolg een uitstapje van vijf dagen naar Oostfriesland te maken, Emden en Aurich te bezichtigen en bij vorst Ulrich II een bezoek af te leggen. De Prins keerde spoedig terug, maar om na ruim veertien dagen weer weg te vliegen, omdat de latere Karel II zich nu werkelijk in de Zeven Provinciën ophield; ge durende die afwezigheid maakte Huygens met zijn oudsten zoon en een paar bevriende officieren een tochtje door Friesland en be zocht Dokkum, Leeuwarden, Franeker en Harlingen. Tijdens zijn verblijf te Groningen toonde hij veel belangstelling in de Hooge- school, die in dezen tijd, vooral ten gevolge van de voortdurende oneenigheden tusschen de beide leden der provincie, alles behalve bloeide, en wijdde daaraan verscheidene Latijnsche verzen. Den systen October in den Plaag teruggekeerd, vertrok hij al weer den roden November naar Antwerpen, waar hij eene week bleef en waarschijnlijk logeerde bij de familie Duarte, de rijke en kunstlievende bankiers en juweliers. Den i_|den verscheen hij in den raad der stad en maakte zijne opdracht bekend, nl. om namens den Prins den eed af te leggen als burggraaf van Antwerpen, reisde later naar Brussel en kweet zich den 24sten October van zijne taak voor het Hof aldaar. Burggraaf van Antwerpen was nl. sedert lang een titel der Nassau’s geweest. Huygens maakte ge durende zijn verblijf te Brussel kennis met den gouverneur der Spaansche Nederlanden, aartshertog Leopold Wilhelm, dien hij later nog meermalen zou ontmoeten, en keerde naar Antwerpen terug, om in eene zitting van den raad mededeeling te doen van den afloop zijner zending. De raad bood hem een maaltijd aan en Huygens vertrok, om den 3den December in den Haag terug te keeren. Maar wederom slechts voor korten tijd, want den 2Ósten December werd hij naar Oostfriesland gezonden. Daar was Ulrich II over leden en nam zijne weduwe Juliana de regeering waar voor haar oudsten zoon Enno Lodewijk. Deze jonge man, geboren in 1632, op 9-jarigen leeftijd verloofd met Henriette Catharina, eene der dochters van Frederik Hendrik, die vier jaar oud was. Let wel, dat men aan het Haagsche hof er naar streefde, de Stuart’s HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 81