77
een
van Boheme en
der Koningin
gehad, maar zonder de aanvullingen en zonder het voorbericht
van Huygens.
In de laatste dagen van December 164g richtte Huygens een
paar Latijnsche verzen aan Anna Maria Schuerman en in Juli 1650
een heele serie. En al dadelijk na zijne vertalingen uit het Spaansch
begon hij met eene dergelijke serie uit het Engelsch, die later
onder den titel Uyt Engelsch OnDicht werd uitgegeven. De stof
was ontleend aan Archie Armstrong’s Banquet of Jests, een boek
dat in 1630 voor het eerst was uitgekomen en een groot aantal
drukken beleefde. Behalve deze Hollandsche versjes schreef hij
groot aantal Fransche gedichten, gericht aan Prinses Louise
aan de Prinses van Hohenzollern, eene vriendin
van Boheme. De meesten zijn in den burlesken
trant van Scarron, op wien hij ook een grafschrift dichtte, hoe
wel de man eerst tien jaren later gestorven is. Dit laatste vers
gaf aanleiding tot een poëtischen twist met een paar Fransche
officieren, d’Aumale en La Voyette. Hoezeer Huygens in die dagen
ophad met den schrijftrant van Scarron, blijkt wel hieruit, dat hij
zelfs ook Stances my-burlesques sur la mort de Monsr. Descartes
heeft gedicht; hij heeft zijn grooten vriend, die den nden Febr.
te Stockholm was overleden, echter ook op waardiger wijze ge-
eerd door een Latijnsch vers en een paar Fransche gedichten.
In 1650 was Fluygens weer dikwijls van huis, bijna evenveel als
bij het leven van Frederik Hendrik, al duurde toen die afwezig
heid ook langer achtereen. Van 28 Dec. 1649 tot 13 Januari daar
aanvolgende bezocht hij in het gevolg van den Prins Utrecht,
Arnhem, den Bosch, Breda, Grave en Nijmegen, waar de wet
werd verzet. In April was hij eene week te Breda, waar Willem II
zijn zwager Karel II ontmoette, die steeds als balling rondzwierf.
Van 8 tot 25 Juni volgde Huygens den Prins, die zich aan het hoofd
had gesteld van de bezending uit de Staten-Generaal en den Raad van
State, naar de Hollandsche steden en was getuige van al de onaange
naamheden, die het gevolg waren van dien maatregel. Toen de Stad
houder den 3isten Juli naar het leger voor Amsterdam reisde, be
geleidde Huygens hem. Zonder twijfel heeft de kalme secretaris het
hoofd geschud bij de maatregelen van zijn onstuimigen meester.
Van 26 Augustus tot 6 September volgde hij den Prins naar Gel
derland, om daarna zijne goederen Monikkeland en Zuilichem te
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.