8o
den pupil
sterfhuis, en
van Holland. De Prinses Royale daarentegen verzocht de Staten,
niets te willen bevelen ten nadeele van haar als voogdes en zonder
dat de beschikkingen van haar echtgenoot door het Hof waren
onderzocht. Den i2den December nam het Hof kennis van het
ontwerp-testament en van andere stukken en gaf vijf dagen later
daarvan bericht aan de Staten van Holland, zonder eigenlijk ad
vies uit te brengen. Den 22sten verzocht de Prinses Royale de
Staten, de zaak spoedig te verwijzen naar het Hof, om, gezamenlijk
met haar, leden der Staten tot voogden te benoemen. Denzelfden
dag protesteerde de Douairière bij de Staten tegen de geldigheid
van het ontwerp-testament en verzocht hen, om bij de regeling
der voogdij familieleden van vaderszijde- te benoemen. Den 23sten
richtte Maria Stuart het verzoek tot de Staten, om het Hof te
gelasten, tusschen de twee partijen uitspraak te doen; deze vol
deden aan dat verzoek en verwezen op 5 Jan. 1651 de zaak naar
het Hof, „als wesende een werk de ordinaris Justitie raakende”.
De pogingen der Douairière, om het Huis van Oranje te doen
waarin Huygens één der weinigen was, die de Prinses Douairière
trouw bleven, en toen zelfs vele leden van den Raad des Prinsen
eene dubbelzinnige rol speelden, heeft hij haar voortdurend met zijn
raad bijgestaan.
Willem II had het ontwerp van een testament nagelaten, waar
bij de voogdij over zijn zoon, die misschien geboren zou worden,
als hij bij den dood zijns vaders nog minderjarig was, werd
opgedragen aan zijne moeder, de Prinses Royale, met eenige
leden der Staten-Generaal, die hij, de erflater, zou benoemen. Die
benoeming had echter niet plaats gehad en het stuk miste datum
en onderteekening. Toch grondde de Prinses Royale er hare aan
spraken op, om de eenige voogd te zijn van den jongen Prins
en de eenige bestuurster van zijne goederen. De Prinses Douairière
eischte daarentegen, dat naast de moeder, die eigenlijk zelve nog
onmondig was, ook voogden zouden optreden van vaderszijde,
des te eerder, omdat het geheele vermogen van den pupil van
dien kant afkomstig was.
Den 29sten November 1650 Willem III was den i4den van
die maand geboren vroeg de Douairière aan de Staten van
Holland, of deze geen orde wilden stellen op de regeling van het
deze besloten het advies in te winnen van het Hof
HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS.