88 b T. a. p., blz. 3133. Zij kwamen uit met den titel: Fortunata clades, quae in litore Sccverino contigit postrid. Cal. Ian. MDCLIII. 2) In een mal Fransch boekje, getiteld Mémoires de Hollande, wordt beweerd, dat Anne de la Barre eene minnares van Willem II is geweest. Maar het blijkt nergens uit, dat zij vroeger dan in 1653 in ons land heeft vertoefd. 3) Zie voor het volgende Mr. D. Veegens, De Zeestraat 'm Mededeelingen van de Vereeniging ter beoefening der geschiedenis van ’s-Gravenhage, II, Den Haag, 1876, blz. 141 172. in het Latijn, Fransch, Engelsch, Spaansch, Italiaansch, Nederlandsch, Duitsch en Grieksch op het stranden van twee onzer oorlogsschepen bij Scheveningen, dat erg gelukkig afliep; zij werden samen in plano uitgegeven 1). Het jaar 1653 was op dit gebied heel wat vrucht baarder dan het vorige. In Januari kwam de Fransche zangeres Anne de la Barre, wier vader met Huygens in briefwisseling stond, met hare moeder en een jongen broer bij hem in de buurt logeeren en hoezeer hij van hare kunst heeft genoten, heeft hij in verschil lende Fransche verzen getuigd; hij betreurde het zeer, dat hij haar spoedig moest afstaan aan de Koningin van Zweden, waar zij heen- reisde 2). Andere Fransche gedichten werden geschreven naar aan leiding van Huygens’ opneming in de „Ordre de la Joye”, een zeer mondain gezelschap, waarvan Amalia Margaretha gravin van Slavata grootmeesteres was. Maar het belangrijkste, dat hij in dit jaar schreef, was de klucht Tryntie Cornelis, die in zestien dagen is voltooid. De verwikkeling is gedeeltelijk ontleend aan eene in dien tijd bekende anecdote. De klucht is eene der beste van dien tijd en het Brabantsche dialect, dat er in voorkomt, bewijst, dat Huygens van de jaarlijksche reisjes, die hij naar Antwerpen maakte ook in Juli 1653 bracht hij er enkele dagen door in alle opzichten partij wist te trekken. Tryntie Cornelis bleef nog eenige jaren in portefeuille, maar Hofwyck werd in 1653 u't_ gegeven. Maar ook op practisch terrein was Huygens in dezen tijd werk zaam; hij deed nl. zijn best voor het maken van een straatweg tusschen den I laag en Scheveningen s). De beste verbinding tusschen de beide plaatsen was een zandweg, die bij het Noordeinde begon en nog al onregelmatig liep, daar hij de steile hoogten meed en over de lagere duinen ging, terwijl in de buurt van Scheveningen HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS. 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 96