8g van de zoogenaamde pannen, die in den winter dikwijls vol water stonden, veel ongerief veroorzaakten. Die slechte toestand was te erger, omdat het een groote weg was, d. i. een weg, waarlangs de gemeenschap met andere plaatsen werd onderhouden en die ook diende voor het vervoer van koopwaren. De andere binnen wegen, die op de residentie uitliepen, waren nl. zoo slecht, dat men er de voorkeur aan gaf, eerst door het zware zand naar Scheveningen te sukkelen, om dan over het harde strand de noordelijk of zuidelijk gelegen steden te bereiken. Voor de Scheveningers, die hunne waar in den Daag ter markt brachten, was de slechte weg een kruis en de Hagenaars waren zoo goed als afgesloten van de zee, omdat drie paarden nauwelijks voldoende waren, om hunne karossen door het zand te trekken. In 1647 had een ondernemend Hagenaar, Cornells Michielz. Soe- tens, penningmeester van Delfland, getracht een einde te maken aan dien toestandhij had een plan gemaakt voor een kanaal met een rijweg aan beide zijden, en den Prins weten te winnen voor deze zaak, die echter niet verder kwam. Huygens nam haar thans weer op, maar maakte een eenvoudiger plan. Soetens had kanaal en rijwegen willen aanleggen naast den bestaanden zandweg; Huygens wilde dien zandweg bestraten, nadat eerst de hoogten waren afgegraven en de laagten waren opgehoogd, zoodat de weg recht door kon loopen. Hij kende den afstand tusschen de beide plaatsen, berekende het aantal klinkers, dat er noodig zou zijn, wanneer de weg twee Rijnlandsche roeden 7^2 meter) breed werd, en stelde voor, de onkosten te dekken door het heffen van een klein tolgeld. Hij wees verder op het nut en het vermaak, dat de weg voor Scheveninger en Hagenaar zou opleveren. Ons schijnt het maken van een straatweg, ongeveer 3'ƒ2 kilo meter lang, niet de moeite waard om over te praten, maar dat was anders in 1653. In geheel Holland was nog geen enkele straatweg. En dus waren de bezwaren vele in aantal en zwaar van gewicht. De weg zou dadelijk onder het zand bedolven worden, de wagens zouden van de hoogte rollen, het tolgeld zou worden ontdoken, het zou jaren duren, voordat het noodige aantal steenen gebakken was! In een uitvoerig stuk, den agsten December 1653 geschreven, toonde Huygens nog eens het nut aan van het plan, bewees de mogelijkheid er van en weerlegde gemakkelijk de aangevoerde HET LEVEN VAN CONSTANTIJN HUYGENS. M

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1917 | | pagina 97