97
komend regentengeslacht, van wie wij de faits et gestes” door
de, wel wat al te zeer in het gif van den achterklap gedoopte, pen
van den jongen Huygens hebben leeren kennen. Toch was dat
zijn kring, en als wij de van courtoisie overloopende brieven lezen,
die hij wisselde met de freule van Brederode of het Nassausche
gravinnetje, met wie hij de vreugden van de Haagsche kermis
deelde, dan vinden wij daarin heel het precieus vocabulair van
den zeventiende-eeuwschen saletjonker.
Naar het uiterlijke was de Witt toen Hagenaar, méér dan hij
het in dien zin later ooit zou wezen: de eer die hem is te beurt
gevallen en die hem alle deuren heeft geopend ook de deuren,
die voor den zoon van den steilen Jacob de Witt in de dagen van
Willem II nooit zouden zijn opengegaan! die eer vleit hem en
de sfeer heeft hem betooverd. Hannemans portret doet ons voelen
hoezeer hij reeds thuis is in het Haagsche leven.
Maar - ik zeide het reeds wij gevoelen toch, dat hij daarin
niet past: het beeld dat zijn levenswerk voor ons doet oprijzen,
vertoont ook andere trekkenwat wij bij Hanneman zien is scherpte
en concentratie, wat wij missen is de breedheid en het omvattings-
vermogen; niet de sterk-intellectueele patriciër, maar de geniale
staatsman is het, naar wien wij gaarne het oog zouden richten.
Met rustig overleg bepaalt de Witt zelf den weg, die hem uit
het bekorende milieu zal brengen naar de plaats waar hij behoort.
Hij besluit zich een vrouw te zoeken en een eigen gezin te vestigen.
Het is niet in eersten opzet huishoudelijke berekening, veelmin
verliefdheid, maar het is staatsmansbeleid. De Witt had zich in
de twee jaren van zijn Raadpensionarisschap zien worden tot het
erkende hoofd van zijn partij, maar hij had ook ontdekt, dat, hoe
veel persoonlijke bekwaamheid, kennis en doorzicht ook vermochten,
de veelhoofdige regeeringsvorm der Republiek de steun van machtige
verwanten en vrienden onontbeerlijk maakte en dat de Dortsche
relaties daarvoor niet machtig genoeg waren. Dordrecht mocht
zich verheffen op zijn ouderdom, trotsch zijn op zijn beteekenis in
de middeleeuwen, het mocht zijn vooraanzitting in de Hollandsche
Staten daar aan te danken hebben, het was reeds lang overvleugeld
door de jongere Hollandsche steden, door Amsterdam in de eerste
plaats. Amsterdam, dat als keizerin de kroon droeg van Europa,
zooals Vondel zong, Amsterdam beheerschte Holland. En daar
7
JOHAN DE WITT ALS HAGENAAR.