'7; 98 i lek zie twee hooftstêen reeds in deze beide paeren De Merwe en Aemstelstroom, gelyk in echt, vergaeren Den Haegh en Amsterdam elkandre wel verstaen moest de Raadpensionaris vasten voet hebben, wilde hij Holland werkelijk leiden. De weg daartoe was eenvoudig: hij moest zich door een huwelijk vermaagschappen aan een der toonaangevende Amsterdamsche geslachten. Er werd onderhandeld; een dochter van den bekenden geneesheer en burgemeester Tulp kwam eerst ter sprake; de Witt besliste ten slotte voor Wendela, de dochter van wijlen burgemeester Jan Bicker. Zijn wijsheid had zijn keuze beperkt tot een bepaalden kring, bij de keuze-zelf sprak zijn hart mede. De tengere, niet mooie, maar bekoorlijke twintigjarige deed den tien jaar ouderen minnaar tot over de ooren op zich verheven. En als de moeder zich eenigen tijd blijft verzetten, is hij geprikkeld en verdubbelt hij zijn pogingen om de bruid te veroveren. Zijn minnebrieven zijn waarlijk niet de minste in het soort; wij vinden er herinneringen in aan de zinnelijkheid, die ons in de bruilofts dichten dier dagen, zelfs in die van Vondel vaak wat al te openhartig lijkt, maar wij vinden er ook teederheid, ook eerbied voor de vrouw en eene courtoisie die van Hooftiaansche taal niet ver af is en welke ons toch aangenamer aandoet, dan het precieuse fransch, dat hij met zijn Haagsche kermisvrijsters had gewisseld. 15 Februari 1655 had het huwelijk plaats. Vondel, bewonderaar der Bickers, heeft er een gedicht persoonlijke ook de staatkundige beteekenis laat wedervaren: voor geschreven, dat naast de van het geval recht Staatkundig was inderdaad de keuze voortreffelijk. De Bickers vooral de beide ooms van Wendela, dr. Andries en Cornelis waren de leiders geweest van de Amsterdamsche politiek in het voor gaande decennium, de tegenstanders van Frederik Hendrik, de mannen tenslotte door Willem II bij zijn aanslag op Amsterdam op zij gezet. De leiding van Amsterdam’s politiek was nu over gegaan op Cornelis de Graeff, zwager der Bickers en dus oom van de Witt’s vrouw. De Raadpensionaris had in waarheid vasten voet in Amsterdam gekregen. Ook voor de Witt’s huiselijke en financieele verhoudingen was het huwelijk voordeelig. De oude Bickers de drie broeders JOHAN DE WITT ALS HAGENAAR. J I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 106