133 aan- en tegenspraak kon hij manieren .van was. Want droeg hij zijn collectie vertoonde, met een enthousiasme een betere zaak waardig, de deugden in herinnering roepen van menig smakelijk festijn! Hij was daarbij zeker in zijn element geweest en werd er trouwens evenzeer gewaardeerd door gastheer en medegasten. Hij had zoodoende dan ook overal vrienden en kende ontelbaar velen en in zekeren zin „heel Den Haag”. De tijd, die hem dat mondaine leven moest kosten achtte hij niet ontstolen aan den nauwbemeten tijd voor eigen studie, en het kan eigenlijk slechts nu en dan ge weest zijn, dat hij onder het schijnsel van zijn studeerlamp gebogen zat. Maar als hij werkte, dan deed hij het ook vlug en gemakkelijk, en daarin lag wel het geheim van wat hij tot stand bracht. En dan kon hij door de vlotheid van zijn optreden en door zijn voorbeeld ook, van anderen heel wat werk gedaan krijgen. Ik her inner mij hoe ik hem bezig zag bij de inrichting van de Historische Tentoonstelling, welke in 1913 in de groote middenzaal der Academie van Beeldende Kunsten gehouden werd. Daar moest in korten tijd heel wat arbeid verzet worden, hetgeen alleen mogelijk was, onder leiding van een organisator als Morren ontegenzeggelijk was. Hij wist, als het moest, zijn wil op te leggen aan anderen en dat kwam bij zulke gelegenheden uitmuntend van pas. Er waren natuurlijk oogenblikken, dat deze eigenschap zich niet zóó van pas uitte. Morren kon met een, niet altijd prettig doende, koppigheid zijn zin doordrijven, moeilijk velen. Hij had, kortom, wel eenigszins de een bedorven kind, wat hij dan ook inderdaad hij zijn moeder op de handen, wat zij ongetwijfeld verdiende, zij zelve aanbad haar zoon met al te blinde liefde. Ondanks dit, ging er toch een bekoring van hem uit; hij had ten slotte het vaak onweerstaanbare van den charmeur. Ik gebruik deze aanduiding niet zonder schroom, daar zij bijgedachten toelaat van minder bekoorlijkheid, maar zij is ook daardoor voor de ken schetsing van Morren niet onjuist, want het was eigenlijk niet anders mogelijk of bij zooveel uiterlijks moest het innerlijke te kort komen, bij zooveel gemakkelijk succes de ernst verslappen, welke bij zwaarder strijd wordt gestaald. Aan deze gevaren immers is Morren niet geheel ontkomen. Er was, vooral in zijn lateren tijd, toen hij zijn geregeld archiefwerk IN MEMORIAM THEO MORREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 141