11
Voor de Perstentoonstelling, die gedurende de eerste dagen van
Juni in Pulchri Studio gehouden werd ter herdenking van het 25-jarig
bestaan van de Haagsche Journalisten Vereeniging, kregen de leden
op 9 Juni gelegenheid haar in oogenschouw te nemen. Alles, wat kon
dienen om een historisch overzicht te geven van de ontwikkeling van
het Haagsche Dagbladwezen, was hierbij aangebracht, doch tevens
merkte men eene groote verzameling oorlogs- en crisiscuriosa betreffende
de pers, photo’s, reclame uitgaven, politieke prenten, karikatuurteeke-
ningen enz. op. Het aantal bezoekers, dat aan de vriendelijke uitnoodiging
gevolg gaf, was zeer groot en zij en het Bestuur waardeerden ten volle
de vriendelijke gedachte van het Bestuur der H. J. V.
JAARVERSLAG VAN DE VEREENIGING „DIE HAGHE”.
Als voorjaarsexcursie in den Haag zelf werd door de leden
het pasvoltooide gebouw van het Ministerie van Landbouw, Handel en
Nijverheid bezichtigd.
De heer D. E. 'C. Knuttel, rijksbouwmeester, had zich gaarne bereid
verklaard om de noodige inlichtingen te geven. Wegens het groote
aantal verzoeken om het gebouw te zien was het Bestuur met den heer
Knuttel overeengekomen, dat de bezichtiging tweemaal zou plaats vinden.
Ruim 320 leden met hunne dames maakten den rondgang door het
gebouw op Zaterdag 27 April en Zaterdag 4 Mei, terwijl de heer
Knuttel met eenige assistenten de verlangde inlichtingen gaven, waarbij
tevens aan de bezoekers een getikt kort overzicht van den bouw van
het Departement aangeboden werd. Wederom een woord van oprechten
dank aan hen, die het bezoek door hunne inlichtingen zoo uitnemend
deden slagen.
Naar aanleiding der onthulling van het standbeeld van Johan de Witt
op 12 Juni 1918 op de Plaats, had het Bestuur het plan opgevat om
in het huis op den Kneuterdijk, waar de Witt woonde, toen hij op zoo
een gruwelijke wijze om het leven gebracht werd, een gedenksteen te
plaatsen. De tegenwoordige eigenaars echter hadden hiertegen bezwaar,
zoodat van dat voornemen moest worden afgezien. Bij de onthulling
zelve was de Vereeniging door haar Bestuur vertegenwoordigd, dat
een krans neerlegde op het voetstuk van het standbeeld.
Haag, tot een spiegel der Vaderlandsche gemaakt moet worden, aan
gehoord. Toen Dr. de Vletter geëindigd had, ontstond een levendig
debat, waaraan verscheidene aanwezigen deelnamen.