- Misschien is het door De Riemer (I blz. 75, II blz. 404) genoemde vreemde „puyrambocht” onjuist geschreven voor buyrbodeambocht. Een administratief en rechtsprekend college, dat drukt inderdaad uit wat het middeleeuwsche schepencollege was. Niet, als later, was hun arbeid beperkt tot de rechtspraak, maar zij strekte zich ook uit tot het treffen van allerlei maatregelen en voorzieningen van plaatselijk belang; reeds in den voorrechtsbrief van 1325 wordt de bemoeiing met de voedingsmiddelen en met wegen en wateringen genoemd. Later vinden wij de regeling van de aan den graaf te bewijzen diensten, en, wat zeer belangrijk was, ook het zetten het schot, dat wil zeggen het bepalen van ieders aandeel in den door den graaf geheven omslag, werd aan schepenen toevertrouwd, terwijl wij ook weten, dat zij zoowel ten opzichte van de gil den en hun bedrijfspolitiek als ten opzichte van de markten maat regelen namen; bij de behandeling van de vischmarkt strekte de zorg zich ook over den afslag uit en over de visschers zelven en hun bedrijf. Benoemingen echter waren vóór de 15de eeuw ook tot allerlei ambten en bedieningen binnen het dorp nog bijna alle voorbehouden aan den Graaf-zelf. Niet slechts de benoeming van kerkmeesters en heilige geest- of armmeesters, of die van den schoolmeester, maar zelfs ook die van ambtenaren die onder schepenen te dienen hadden, als de dorpsklerk en de dorpsbode: met het „scriïfambocht” bijvoorbeeld blijkt in 1351 door den Graaf Pieter Willem Ysaackzoen bekleed te zijn „op dezelfde voorwerden als zijn voorvaderen dat bekleed hadden.” De graaf ontving daarvoor waarschijnlijk een zekere retributie, immers eenige jaren daarna schonk hij het recht van begeving aan den Baljuw van Berwaerde, maar bevestigde toch weder een jaar later nogmaals Pieter Willem Isaacszoen levens lang in het ambt. Als van Berwaerde de uitkeering niet kreeg had de schenking aan hem geen zin. Ook het „buerbode-ambocht” r) werd, zelfs in 1396 nog, voor levenslang vergeven. Eerst in den loop der 15de eeuw wist het dorp van de landsheeren het recht te verkrijgen zelf in deze ambten te mogen voorzien. Met het schoolmeestersambt duurde het tot de 16de eeuw, voordat het dorpsbestuur daarin iets te vertellen kreeg. De Graaf immers had HET BESTUUR VAN DEN HAAG IN DE MIDDELEEUWEN. r

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 16