15
II.
Privilegie van 18 Maart 1452.
2) Bijv, in de correspondentie metdePIanzeoverdedraperiefg Juni 1461).
recht als voorbeeld voor het Haagsche was aangewezen, wist het
dorp de gunst te verkrijgen natuurlijk niet zonder het inwilligen
van een bede van 10 jaren! dat Stadhouder en Raden voortaan
uit de ingezetenen jaarlijks 32 personen zouden kiezen, die op
St. Katrijn in het dorpshuis moesten vergaderen, tot het opmaken
van een voordracht van 14 personen die boven 100 nobelen gegoed
moesten wezen, uit welke de Stadhouder dan de 7 schepenen voor
het volgende jaar zou benoemen. Veel medezeggenschap was dit
nog niet, maar het was toch iets en het dorp heeft het er mede
gedaan tot 1514 toe. Trouwens het lijkt waarschijnlijk, dat dit
lichaam van 32 notabelen zich niet steeds uitsluitend tot het voor
dracht maken zal hebben bepaald, immers wij lezen zoo nu en dan
in vijftiende-eeuwsche voorrechtsbrieven door den Graaf aan den
Haag verleend, dat het verzoek ertoe, of het overleg erover ge
schied was door of met den „rycdom” of den „gemeen rycdom”
van het dorp. Ook met de „gemeen buyeren” die in denzelfden
tijd een enkele maal met schout en schepenen gezamenlijk op
traden 2) zullen wel niet alle dorpsburen, maar de hier besproken ver
tegenwoordigers bedoeld zijn, zoodat wij aan het in 1452 ingestelde
lichaam wel een zeer beperkte, maar toch wel iets beteekenende
medezeggingschap in administratieve zaken kunnen toekennen.
Wij hebben in het hier voorgaande een overzicht trachten te
geven van de bestuursinrichting in het middeleeuwsche den Haag,
hetgeen als inleiding bedoeld is voor de uitgave van een aantal
excerpten uit een der belangrijkste bronnen voor onze kennis van
dezen tijd, de rekeningen van de bailluwen van den Haag, voor
zoover die zijn bewaard gebleven. Zij die zich met de Haagsche
geschiedenis in dit tijdperk bezighouden, zullen van die excerpten
zeker met belangstelling kennis nemen, maar onze meeste lezers
zullen wel een nadere toelichting bij die lectuur behoeven, en
gaarne eene korte uiteenzetting zien van de beteekenis dezer uitgave.
In de eerste plaats moet ik de wijze van bewerking verklaren.
HET BESTUUR VAN DEN HAAG IN DE MIDDELEEUWEN.