Ill
59
EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BAILLUWS VAN DIE I-IAGHE.
Er staat hij.
Verclae(ren)
de groote als
voe(re)n.
(Ver)clae-
(ren) de groo
te vanden
boeten.
ANDER ONTFANCK VAN KANWERPINGE EN(DE) ANDERS
YEMANT MIT BIER TE WERPEN OFT STOTEN dair of die boete is
Van Pieter die hoemaker heeft gesmact Clays Calf mit een kanne,
gedadinct om 15 s(cellingen).
Van Steven Geridt van dat hij mit een kanne nae Neel Luyten
[warp], gedadinct om 15 s(cellingen).
Van Geert inde Stoeve heeft Goeskin backer int vier geworpen,
gedadinct om 10 s(cellingen).
Van Aernt Jans zoon, Jan corte Jan zoon heeft gedadinct van dat
hij sloech Ewout Hermans zoon op Sceveninge om kinneken harincx,
dach tot S(in)te M(aer)tin v(oir)s. 14 s(cellingen).
Van Herman die Oosterlinc van dat hij Dirck de decker slough mit
een lanck mes metter sceyt op zijn hoef, gedadinct om 14 s(cellingen),
dach tot Kerssavont, der om h(ier) de voirs. 14 s(cellingen).
Van Garbrant die Wagenair heeft geslage(n) mit een bijl nae een
ketelboeter, gedadinct om 25 s(cellingen).
Quarta decima Somme 13 pont, 7 s(cellingen).
ANDER ONTFANCK VAN YMANT CRACHT ENDE GEWELT
TE DOEN, dair of die boete is
Van Wigger Geerijts zoon heeft zijn knecht mit foirtsen in den huyse
gejaecht ende zijn getouwe gebroken, gedadinct om 20 s(cellingen).
Van Burch Ph(ilip)s dochter heeft geclaget om een vroukin genoemt
Dign(um) als dat sij l) hair huysraet gehouden heeft tot hue(re)n wille
en(de) tot der voirs. Burchs onwille, gedadinct om 6 pont.
Van Geerijt die snijer heeft Jan die buersemaker overgeseyt als dat
Jan sijn gordin gebroeken heeft tot zijnen wille en(de) tot Geerijts
onwille, gedadinct om 20 s(cellingen).
Van Aechte Zepeloech heeft hair pyshuys doen scoenmaken en(de)
geworpen op hair gebue(re)n erven, gedadinct om 12 s(cellingen).
Van Anatte Pouwels hair dochter heeft hair pishuys doen scoen
maken en(de) geworpen inde Spoye, gedadinct om 12 s(cellingen).
Van Daem die oude cleer volre heeft een zieck man in sijn bedde
willen steken, gedadinct om 12 s(cellingen).
Quinta decima Somme 11 pont, 4 s(cellingen).