r f I i wijl tijts geva(n)ge(n) lach, een dach va(n) recht va(n) en(de) ten dage diene(n)de soe was die voir- XXVI. 1483. Jan Oems van Wijngaerden (baljuw). (inliggende charter). Ic Jan Huge Claesz. van Dam gesworen clerck van den bailiu van den Hage certificeer voer die gerechte wairheyt allen den genen wient behoirt en(de) sonderlinge die eerbae(re) en(de) voirsienige heere(n) en(de) meesters van der rekeninge in Hollant, als dat bij Jan Oom van Wijngairden bailiu van d(en) Hage of sijnen stedehouder zeedert den XVIIIsten dach in April a(n)no X11II drie ende tachtich tot ten XVIIIsten dagen toe in April a(n)no vier en(de) tachtich enige dootslagen mit opgesetten lagen, moort, moortbrant, zeroof, straetroef, conspieratie, despiratie, monepoel noch clockgeslach noch oick alsulck gelijck in arme zaecken binnen den voirs(creven) jae(re) bij den voirs(creven) bailiu noch sijne(n) stedehouder geen alsulck mit rechte an gesproken hebben geweestEn(de) want men sculdich is van alle warachtige zaecken getuuchgenisse der wairheyt te geven als men dies versocht wort, so heb ic Jan Huge als clerck voirs(creven) tot eene(n) waren getuge mijn zegel hier an gehangen opten Xden dach in Februari int jair ons Heere(n) a(nn)o 1III vier ende tachtich na beloop shoofs van Hollant. (Uithangend zegel (geschonden) van groene was van Jan Huge Claesz. van Dam). (Ontvangsten). Van Jan va(n) Axpoel die welcke binne(n) tijde d(e)ser Rekeni(n)ge geweest hadde hem vierde int ambocht van d(e) Wateringe ten huysse va(n) enen genoemt Simo(n) Pietersz. bij nachte dair hij mit ande(re)n p(er)soonen voirs(creven) veel crafts ende gewelts bedreve(n) hadde soe me(n) seyde en(de) sonderlinge dat die voirs(creven) van Axpoel transeneeringe gedaen soude hebbe(n), wae(r)om hij bij dese(n) bayliu al hier in den Hage aengetast en(de) geva(n)gen is geleyt op de Voe(r) poerte al hie(r) in de Hage, dae(r) hij een soe dat him bij de voirs(creven) baylyue zijne(n) lijve geleyt was (In margine Zij h(ier) of gesproken mit mijne(n hee(ren) de stede houder acht(er)volg(ende) tinhouden van den arreste gestelt op gelijke p(ar)tie in des voirs(creven) baillius eerste rek(eninge). Als va(n) Dirck Willemsz. onlancx scout van d(e)n Hage die om des clocke slach wille bij hem gedaen in de maent van Novembri(s) anno LXXVI1I in sekere vechtelick optie tijt gesciet gelijck in die voirgaende rekenin(ge) in gelijcke p(ar)tie verclairt staet verboert soude hebbe(n) sijn goede(n), mer want me(n) seijt dat de voirn(oemde) Dirck Willemsz. hie(r) op v(er)worve(n) heeft brieve(n) va(n) remissie voir tinterymement van den wekken proces ha(n)gende is voir de(n) hove tegens de(n) voirs(creven) pr(o)cur(eur) van Holl(a)nt dat noch onge- decideert is dair om h(ier) Niet. 72 EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BA1LLUWS VAN DIE I-IAGHE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 80