'7'
5
Wijngerden (baljuw).
is geweest bij Thomas Bueckelair, rentemeest(er) van den exploiten
dairom hier Niet.
(In margine:) Verclair de name, doe blijken van dese civile beterijnge
gestelt in de rek(eninge) als voeren Ende zij voirdacht den voirnoemden
Thomas Bueckelair te doen verandwoirden in sijne rekenyn(ge) dair van
de exploiten van den pe(n)nynge(n) geco(m)men van d(e) selv(en) eynde
beterynge in den text v(er)clairt, gestelt als voren.
XXIX. 1504 1505. Dire van Wijngaerden (baljuw).
Ende hoewel de voirn(oemde) behoorde navolgende der appostille
gestelt in Floriis van Wijngaerden IIe ende leste naiste voirgaen(de)
74 EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BA1LLUWS VAN DIE HAGHE.
XXVIII. 14951504. Floriis van
(Ontvangsten).
Ende in gevalle of daer eenige van d(en) voirs(creven) criminelen
en(de) bijsonderden bruecken aen mijnen genad(igen) heere den conynck
geres(er)veert in den voorn(oemden) bailliusceppe gevallen ofte ver
schenen zijn binnen den tijde des(er) reken(ynge) daer en weet de
voors(creven) Florijs niet zekerlick aff te seggen noch te spreken. Want
hij gheen administratie of bewindt daer off gehadt en heeft ov(er)mits
dat hij veel tijts uyt(en) Hage geweest is. Ende dat oick tzelve officie
bedient ende bewaert heeft Dirck van Wijng(er)d(en) zijn broeder
en(de) ande(r) zijne geco(m)mitteerde, waeromme hij protesteert en(de)
begee(r)t daeromme niet behaelt noch gereproche(er)t te zijne, maer
indien daer eenige alsulke bruecken geco(m)mitteert zijn daer hij sijn
dilligen(tie) terstont om doen sal dat te vernemen. Soe sal hij alsd(an)
daer off deuchdelick(e) v(er)antwoirden en(de) den conynck goede
rekeni(nge) ende reliqua doen als dat behoe(re)n sal naervolgen(de)
der intitulacie hier voe(re)n. Ende die zelve bruecken verhalen in zijns
voors(creven) broed(er)s rekeni(nge), die oick van dit bailliuscip van
de(n) toecomen(de) jaere noch te rekenen heeft.
(In margine:) Angesien dat dese bailliu principael pachte(r) ende
officier is en(de) sculdich is en(de) behoort te weten en(de) zijn
diligen(tie) d(aer)over gedaen the hebbene wat criminele ende besonderde
bruecken binne(n) den tijde van zijne(n) pachte, en(de) zonderlinge
des(er) zijner rekeninge gevalle(n) ofte verschenen zijn geweest; Soe
zij bij den zelve(n) bailliu nietiegenstaen(de) dese zijne prostestacie die
der K.M. niet en behoort noch en mach p(re)iudicie(eren) binnen Aller
heiligen naestcomende. Hij verclaerse in gescrifte hier ov(er)gebrocht
de voirs(creven) criminele ende bezonderde bruecken, up peine te valle(n)
int quadruple van dies bevonden zouden mogen worden binne(n) den
voirs(creven) tijde ghevallen en(de) verschenen zijnde ende boven dien
aerbitraelic gecorrigiert te zijne.