il I den affairenende behoeften dervoirn(oemde)came(re) van d(e) rekenyn(ge) die dair aff sculdich es te vjer)antworde(n) in sijne rekenyn(ge) van den selven affairen daer om(m)e hier (Niet). (In margine: tvoirn(oemde) appointement is int voirs(creven) memoriael bouck genoteert fol(iis) als in den text. De copie autentijck uut(en) quit(ancie) des voirs(creven) Pieters van Teijlingen om hem d(aer)mede te laste(n) alst behoe(re)n sal. Men bevynt van den XXV h(ier) ond(er) v(er)antwoirt bij der eerste rek(eninge) Piet(er)s van Teijlinge(n) van den affa(ire)n der voirs(creven) came(re)n eynden(de) XXIIII in Augusto A° XVC drie f°. p°. in een som(m)e van XX boven des voirs(creven) baillius 8e pe(n)ninck, mits welken men den voirn(oemden) bailliu h(ier) ontfanck doet maken van den voirn(oemden) XXV nemende wederom(m)e int uutgeven h(ier) na tot des voirs(creven) baillius ontlastin(ge) des voirs(chreven) Pieters ced(el) den voirn(oemden) Deyn of bailliu d(air) of geg(even) mitgaders zijnen Ven of Xen pe(n)nync dus h(ier) XXV Van eenen genoemt Pieter Jan Gerijts zoen de welcke bij den voirn(oemden) bailliu es doen vangen en(de) apprehende(ere)n om dieswillen dat hij hem bij den voirn(oemden) Dirck Deijn hadde laten corr(umpeeren) de voirnoemde Haechsche lakenen vercl(air)dt int voir- ges(creven) ar(tic)le onduechdelicken te zegelen, daerom(m)e hem de voirscreven bailliu voor scepenen van den Hage gecauseert ende aen- gesproken heeft van valseheyt ende naer dat den voirs(creven) scepenen van der selver valseheyt ende onduechdelich(ey)t bij des selfs Piet(er) Jan Gerijts z(oen)s confessie, ende belijdt in der voirs(creven) zegelinge bij hem gedaen genoech gebleken was. Soe hebben zij hem gewesen ende gecondempneert op een(en) merctdach gestelt te werden op een kake, dat de bailliu heeft laten geschien ende wert geban(n)en uuter Hage ende Haechamb(och)t twee jaer lanek, ende inde ramen sijn neringe v(er)bode(n)mits welcken de baill(iu) daer niets aff gehadt noch ontfangen en heeft daer om(m)e hier Niet. (In margine: de c(er)tiffic(atie) op tinhoudden van den artikel). Van een vrouken de welcke de bailliu om zeker dieften wille bij huer gedaen bij scepenen-vo(n)niss van den Hage heeft doen stellen op een kake ende haer ooren aff doen snijden ende geba(n)ne(n) uuten Hage ende Hachamb(och)t, ende was eenloopen(de) soo datter niet aen te verhalen en stont, daer om(m)e hier Niet. Van eenen genoemt in de wandelinge Ha(e)ncken Puyt, die bevonden ende achterhaelt was van eenen valschen ende onduechdelicken eedt die hij gedaen hadde daerom(m)e de baill(iu) hem dede vangen ende voir scepenen van den Hage te rechten stellen ende naer dat scepenen tselve feijt kenlicken ende gebleken was hebben zij bij hue(re)n vo(n)nesse gewesen dat men den selven Ha(e)ncken Puyt stellen zoude op een 76 EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BAILLUWS VAN DIE HAGHE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 84