I
EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BAILLUWS VAN DIE HAGHE.
79
van Hollant berecht oft
van datter zuver of soude
zelven baillui ende die van der Haghe niet tegenstaende tinhoudt van
hueren brieven, ov(er)comen ende geappointtiert bij huerluyden consente
als dat zij tselve bailliuscip houden zullen naer inhouden van hue(re)n
brieven mits jaerlicx rekenyn(ge) doende ende te hem waerts behou
dende al sulcke criminele ende civile saken als Floris ende Dirck van
Wijngaerden des voirs(creven) Goidschalx voirsaten in dit officie dat
gehouden, bedient ende dair afif gereekent hebben gehadt geduerende
tot dat deselve lossinge gedaen sal zijn etc. Dats te weten dat de
voirs(creven) bailliu aen hem hebben en(de) houden sal op sijn officie
alle civile boeten bruek(en) ende vervallen mitgaders simpel doodslagen,
simpel diefte ende oick alle verbuerde peynen bedragende XXV
ende dair onder die int selve bailliuscip vallen ende verschijnen sullen
zonder eenige rekenyn(ge) daeraft' te doen uytgeseyt van doodslagen,
mit upgesetter lage, van vreedebrake, van vrouwecracht, ontschakinge,
moert, moertbrant, zeeroef, straetroefif, conspiracie, despiracie, wapenynge
tegens den heer ende zijnre hoecheyt, valsche zegelinge, valsche ge-
tuygen ende alle ander groite ende innorme saken, mitgaders alle con-
fiscaciën van goeden die gedragen mogen boven de XXV ten prijse
voirs(creven) uytgeseyt simpel doodslagen ende simpel drifte al voeren
van den doedslagen mit opgesetten lage, afgetogen van den voirs(creven)
bailliuscippe sijn gewoenlick recht van lantwinninge van boeten, ende
daertoe de voors(creven) XXV vuyter confiscacie spruytende van
den excempten ende innormen saken voirs(creven) van welcke besonder
de brueken en de confiscacien en(de) desgelicx van den verbuerden
peijnen boven de voirscreven XXV de voirs(creven) bailliu gehouden
is goede rekenyn(ge) ende bewijs te doen in der camere van den
rekenyn(ge) in der Hage tot allen tijden als hij des van mijns genadichs
heeren wegen vermaent wordt mits daeraff hebbende te wedden van
tguent dat hij van den brueken die hij mitten mannen van den lande
oft scepenen van der Hage berechten zoude den Ven pe(n)ninck. Ende
van des hij mit dien niet berechthen mach ende bij sijnen aenbreyngen
bij den stedehouder ende rade oft procu(reur)
gecomposeert wert den thienden pe(n)nynck
comen baten costen.
Ende alyst zoe, dat tverstant ende teneur van des voirschreven Goid-
schalcx brieve van co(m)missien inhouden ende begrijpen dat een rent
meester van Noerthollant in der tijd wesende ontfanck ende uytgeven,
ma(ken) soude in zijn rekenyn(ge) van den rentmeesterscip van Noert-
holland van twee hondert ponden van XL groot(en) vlaems tpont in
pe(n)nyngen betaelt by die van der Hage uyten pachte des selfs bailliuscips
ter cause van hue(re)n coope achtervolgende de voirs(creven) brieven
geroert in de intitulacie hier voe(re)n, soe en wert nochtan dat alzoe
niet gedaen. Gemerct dat de voirs(creven) bailliu int naeste navolgende
article vol ontfanck maict van sijnen pachte nemende weder in vuyt-