der Hage, bij
der Hage de
XXXI. 15061508. Goidtscalc (Oem) van Wijngerden (baljuw).
(charter). Namens schepenen van ’s Gravenhage Ic Jacob Adriaensz.
kenne en(de) lye ontfangen te hebben als tresor(ier) van
handen van Goidschalck van Wijngaerden bailliu van
som(m)e van vierhondert ponden van XL groot(en) vl(aem)s tpont ende
dat over de betalinge van tweehondert ponden die hij jaerlicx sculdich
es ov(er) sijnen pacht van den selven bailliuscippe den ghemeenen
buye(re)n ende inwonen(den) van der Hage verschenen van twee ge-
heelen jae(re)n. Te weten Bamisse a(n)nis XVC zeven en(de) acht lest-
leden, de welcke zij hebben op mijns genad(ig)en hee(re)n bailluiscip
van d(er) Hage voirs(creven) navolgende mijns voirs(creven 1 genad(ig)en
Hee(re)n brieven die zij daer af hebben. Van welcke somme van UIL
mu(n)te voirscreven en(de) ter cause als boven, ic mij houde over wel
v(er)nuecht ende betaelt te wesen. Scheldende dair aff quyte onsen
genad(ig)en Hee(ren) sijnen voirn(oemden) bailliu en(de) allen ande(re)n
dient behoort. Des toirconden hebbe ic Jacob Adriaensz. als t(re)sor(ier)
voirn(oemd) mijnen naem ende hanteyken hier onder up gescreven den
lillen dach in Decembre anno XVC ende achte. (w.g.) Jacob Adriaensz.
ende sijnre genad(en) ofte zijnen nacom(m)eling(hen) weder over te
geven ende te laten volgen, vrij, zuver ende ombelast om bij hem of
sijnen erven ende nacom(m)elinge van dan voertaen tot eeuwegen
dagen daer af te gebruycken ende te disponeren tot hue(re)n genaden
belieften etc. Mit meer ander voerwaerden ende condicie verclaert in
d(en) voirs(creven) coepbrief boven geroert. Daerom hier uyt machte
van den voirs(creven) brieven den voirs(creven) buyeren ende inwoe-
nende van den Hage bij desen bailliu betaelt, als blijct bij huer luyder
quitancie hier overgelevert over dat eerste jaer renten zedert der
voirs(creven) vercoepyngen verschenen te Bamisse anno XVC ende zess.
De voirs(creven) somme van IIC
(In margine: zij die cortinge en(de) remboursse(me)nt h(ier) onder
gest(elt) op ten rugge van den principalen brief van v(er)sekertheit der
wanvercopin(ge), ende voirdacht ten voire bet(aelt) die voirn(oemde)
originale br(ieve) te werden ov(er)gebr(acht) om te cass(eere)n als
gequeten. De voirs(creven) quit(ancie) etc. zeker hier ov(er)gelevert
XVI Januari.
XXXI. 1508—1509. Goidtscalc Oem van Wijngerden (baljuw).
(Ontvangsten).
Ende als van den kasuffelmaicker die in den Hage te wonen plach
ende beruft was geplogen te hebben de sonde van zodomy ende daer
voe(re)n hij geruymt is van zijne achtergelat(en) goeden en heeft dese
voorn(oemde) bailliu gheen bewint noch admi(ni)stracie gehadt gemerct
dattet buyten zijnen pacht gereserveert is aen mijnen genadighen Hee(ren)
6
EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BAILLUWS VAN DIE HAGUE. 8l