il 84 EXCERPTEN UIT DE REKENINGEN VAN DE BAILLUWS VAN DIE HAGUE. Wijngaerden (baljuw). I XXXIV. 15101511. Willem Oems van (Ontvangst). Van eenen genoempt Cornells in de Duyf, geboeren alhier in den Hage dewelcke bij den voorn(oemden) bailliu gevangen ende geappre- tendeert es overmits dat hij beruft was beroeft te hebbene dat eer- waerdighe heylighe sacrament in den Hage voor welcke misdaet de voirn(oemde) bailliu hem ter vierschae(re) voor scepenen van den Hage recht beteykent heeft ende aengesproecken verbuert te hebbene lijf ende goet. Ende de voors(creven) scepenen gehoert hebbende zijne confessie hebben hem gecondempneert gehangen te wesen aen een galge, dwelc de voorn(oemde) bailliu, alsoe heeft doen doen. Ende alsoe de voorn(oemde) delinquant geen goet achter gelaten en heeft tot kennesse van den bailliu gecom(m)en wesende dairom(m)e hier. Niet. Van eenen genoempt Jans Jansz. oft alias blancke Jan geboren van Catwijck de welcke bij den voorn(oemden) bailliu gevangen ende ge- apprehendeert es overmits dat hii beruft was liggende ter Veere voor bootsgeselle in een buyse mit eenen genoempt Adriaen Evertsse zijn amye oft vroutgen, bij hem hebbende twee kinderkens, geleyt te hebbene aldair int hoordeel, ende aldair wesende mit eenen broetmesse alsoe gesteecken en(de) gesneden te hebbene dat zijt bestarf, ende hij dat gedaen hebbende, quam wederom(m)e in de buyse seggen(de) totten selven Adriaen, hebbickse mede gesteecken ende gesneden, hem wijsende een broetmes al bebloet. Ende voorts als dat hij gemoert soude hebben tOesteijnde in Vlaend(er)en in de duyn eenen genoempt Adriaen backer mit noch meer andere fortsen ende delicten voor welcke misdaden de voors(creven) bailliu den selven delinqua(n)t ter vierschare voor scepenen van den Hage recht beteykent heeft ende aengesproecken verbuert te hebbene lijf ende goet. Ende de scepenen gehoert hebbende des voor- s(creven) delinquants confessie ende ooick gesien en(de) gelesen hebbende Rembourssement en(de) de courtinge in d(e) text is gescreve(n) opten rugge van d(e) principaelen brief van v(er)sekertheyt der voirn(oemde) leeni(nge). Nietmin zij voirdacht ter lester betal(inge) diens voirn(oemden) originaelen brieve(n) en(de) desch(ar)ge te werden ov(er)gebracht en(de) gecass(eer)t tot ontlastinge mijns g(enadigen) H(eere) mitsgaders dat extraict van des(en) came(re) daer blijct dattet blijct dat mijne(n) g(e- nadigen) H(eere) Floris van Wijng(ae)rd(en) sculdig gebleven is bij slote van rekeninge VHF XCVIII XVIII S. 1 p. o.d. diese bailliu die(n) van der Hage geremboursseert heeft navolgens zijnen brieven van versekertheyt en(de) die hij mitten voirscreven duysent pond(en) leeni(nge) tsame(n) hims remboursse(eren) sal binnen die eerste tien jae(ren) te weten IF tj'aer)s. Sed(er)t ov(er)geleidt op een staetken gehecht acht(er) dees baillius IIP rekeninge.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1919 | | pagina 92