'7'
9°
naar
financiewezen; allemaal zaken
ander plan van geestelijk leven,
lichamen
leiding en
baanbraken over de regeerkunst: absolute vorstenmacht, centralisatie
van bestuur, van rechtspraak, van
samenhangend met wat wij, op een
de renaissance noemen.
Die sfeer is, trots alle stormen der zestiende eeuw, in den Haag
blijven hangen, niet het minst omdat zich juist in die belangrijke
en college’s, die zich met rechtspraak, financiën, leger
dergelijke bezighielden, het uitheemsche element bleef
handhaven, zelfs, door tal van Zuid-Nederlanders en wat de
hoogere legerleiding betreft door Duitschers en Engelschen, later
ook door Franschen nog versterkt werd. Wat al die van alle
kanten saamgestroomden bijéén hield, was het algemeene staats
beleid, niet het gewest Holland en in het geheel niet het plaatselijk
belang van den Haag. Voeg daar nu den toevloed bij van regenten
uit alle provinciën buiten Holland, die als vanzelf hun vastheid
zochten in wat de Unie bond, en aan den anderen kant de talrijke
gezanten van vreemde natiën, met hun breed opgezette hofhoudingen,
die den toon aangaven in de kringen der upper-ten en daardoor
den invloed van al het uiterlijke hunner uitheemsche beschaving
oplegden aan een gansche bevolking, welke niets liever deed dan
navolgen, en met het uiterlijke, ook van het innerlijke, zij het
weinig, toch iets overnam.
Hoe kwam de Haagsche bevolking als geheel, zoo gewillig onder
al dien vreemden invloed, hoe liet zij zich zoo gemakkelijk mede-
sleepen door die samengestelde groep, welke de kern uitmaakte
van de hoogere, toonaangevende kringen? Was dat ook zoo in
Amsterdam, waar dank zij een internationale handelsbeweging van
buitengewone beteekenis het verkeer van en met vreemdelingen
zeker niet minder frequent was dan in den Haag? Deze laatste vraag
geeft ons de verklaring. In Amsterdam leefde de bevolking van het
eigen economisch bedrijf der stad: de handel en al wat daar van
nijverheid aan vast was. Dat leven dankte men aan de kooplieden
en handelaren, aan de grootscheepsche ondernemers, die ook tevens
de stadsregenten waren. Zooals men te Leiden bijv, leefde van de
door en met de stad groot geworden textielnijverheid, zooals men
te Alkmaar, om ook een kleinere stad als voorbeeld aan te halen,
bestond van de door het stadsbestuur op alle mogelijke manieren
tot stand gebrachte concentratie eener uitgestrekte omgeving
JOHAN DE WITT ALS HAGENAAR.
i
l