JOANNES VOLLENHOVE.
95
was Vollenhove ongetwijfeld verleend
tijd- of gelegenheidspreeken, gelijk
Die inktvlak uit
Aan 't zuiveren,
En regelen van
Hij zamelt
Poëzy, blz. 469. Toen de tweede druk van zijne leerredenen ver
scheen, schreef een zijner tijdgenooten in De Boekzaal, 1705, blz. 546.
„Want niet alleen de stijl van den zeer vermaarden Autheur is zuiver,
krachtig en doordringend, maar de zaaken, die hij verhandelt, zijn voor
treffelijk, zo dat de Leezer (zo hij anders bequaam is om van taalcieraad
te oordeelen) op meer dan ééne wijze daardoor bekoord wordt".
Hebreeuwsch met Duitsche woorden spreekt,” den man
die eenmaal Hooft had toegezongen
„Maar dank heb Hooft. Hij wischt met Duitschen stijl
ons boeken, valt aan ’t ziften,
aan 't effenen met zijn vijl.
Hollants sprake en schriften.
ons een woordenschat bijeen,
Om Neêrlant, arm door traagheit, te verrijken,
Hij leert de pen en niet de kling alleen
Des Bataviers geen volk ter wereld wijken.”
Bijzonder talent
tot het houden van
ons reeds bij de behandeling daarvan in het verloop
van zijn leven verschillende malen gebleken is. Hoe wist
hij dan den rechten toon te treffen, te wijzen op Gods
wonderbare leidingen in Nederland’s rijke historie en
zijne hoorders tot heilige geestdrift en diepe ontroering
op te wekkenDoch ook in de wekelijksche bediening
des Woords op den rustdag betoonde hij zich een
goeden en bekwamen uitdeeler der verborgenheden
Gods, die uit den rijkdom der Schrift putte, het Woord
toepasselijk verklaarde en voedsel bood aan allen die
naar gerechtigheid hongerden en dorsten. Een degelijke
proeve van zijn gaven op dit gebied biedt ons de
preek, door hem na afloop van de vergadering der
Zuid-Hollandsche Synode in 1695 gehouden over het