105
JOANNES VOLLENHOVE.
„Dees won een palm, by niemant meer verwerflyk.
Dit ’s Tacitus in Hollant, dit ’s Homeer.
Hy schenkt ons ’t puik van Latium en Grieken
In zuiver Duitsch 6) en wie op lettereer
Nu toelegt, zweeft ten hemel op zyn wieken.
aan proza den schijnglans van poëzie te verleenen
In dit alles is ook Vollenhove een kind van zijn tijd
geweest. Merkwaardig is en blijft echter de bijzondere
plaats die hij in zijne dagen op dichterlijk gebied in ons
vaderland innam, gelijk de groote waardeering bewijst,
die hem eenstemmig van de zijde zijner tijdgenooten
ten deel viel. „Hij is lang een beroemd man geweest,
naast de besten genoemd” 1), die als dichter in den
waren zin des woords om strijd geacht en gevierd is 2).
Groot was de vereering die hij naast Vondel ook aan
andere bekende dichters en schrijvers zijner eeuw toe
droeg, als Nicolaas Heinsius 3), Hooft, Huygens, van der
Goes e. a. Niet moede werd hij den lof van den Drost van
Muiden te bezingen en zijn gaven op taalkundig gebied
te verheffen 4).
J. Prinsen J. Lzn., Handboek tot de Nederlandsche Letterkundige
Geschiedenis, 's Gravenhage, 1916, blz. 323.
2) Kalff, t. a. p. blz. 505. „Zoo golden dus zoowel Vollenhove als
Sluyter onder hunne tijdgenooten voor dichters in den waren zin
des woords. De waardeering van het voorgeslacht reeds geeft hun
aanspraak op eene plaats in dit verhaaldoch bovendien erkennen
ook wij hier en daar kunst in hun werk, achten wij Vollenhove
karakteristiek om de deftigheid, die zich ook in de Parnastaal open
baarde, terwijl Sluyter de rij van dorpspredikanten met literaire
neigingen opent: een genre van dichters, dat zich lang zal handhaven”.
3) Poëzy, blz. 324. „Ter gedachtenisse van den Heer NicolaasHeins"
4) Poëzy, blz. 468. „Aan den Weledelen heer Arnout Hooft, ver
schelde werken van wijlen zijn heer vader uitgevende"de Haes,
blz. 168, 171, 177.
5) Nederduitsch.