EEN GEDEGENEREERDE FAMILIE.
2
t
k
I
I
Heenvlietieder voor een derde
Zij benoemt bij uiterste wilsbeschikking van 12 Juni 1731 ge
passeerd voor notaris Willem Denijs tot universeelen erfgenaam
Constantijn Jan Pierraerd.
2) Verleden voor notaris Simon Breur te Rotterdam op 24 Octo
ber 1722.
Breugel vrijvrouwe van
gedeelte.
Zijn zoon Abraham maakte vier jaren later zijn uitersten
wil kenbaar; hij lag toen te Amsterdam ziek te bed. Uit
dit testament 2) leeren wij eenige nadere bijzonderheden
omtrent hem kennen. In de eerste plaats blijkt er uit
dat hij inderdaad een rijke erfoom was. Hij vermaakte
toch aan zijn neef Abraham den jongsten zoon van zijn
broer Joan Abel Douglas de voor dien tijd kapitale som
van f 60.000 op conditie „dat die somme restitutie en
fide-commis subject zal zijn ter tijdt toe dat den zelven
Abraham Douglas ten mondigen of troudage zal wesen
gekomen zoodanig dat de vruchten inmiddels dezelve
capitale somme van 60.000 zullen moeten accresseeren.
Ende in cas de voornoemde Abraham Douglas voor
zijn mondigen of trouwdag kwam te overlijden, de
voorsz. som nevens deszelfs geaccresseerde vruchten en
interessen zullen moeten devolveren, erven en versterven
op zijn na te noemen erfgenamen”.
Douglas scheen een bijzondere voorliefde voor pete
kinderen te koesteren en verdeelde zijn weldaden hoofd
zakelijk tusschen kinderen, die Abraham heetten en de
diaconie-armen. Bij dit testament bevoorrechtte hij den
jongsten zoon van zijn broer zonder zijn oudste neefje
of zijn beide nichtjes ook maar met één penningske te
gedenken, maar bij de verdere verdeeling van zijn ver
mogen blijkt dit nog sterker. Hij benoemde namelijk tot
eenige en universeele erfgenaam Anna Elisabeth Glimmer
„zijn goede bekende” voor de eene helft en de kinderen