JOANNES VOLLENHOVE. 117 Gy, goetheits ryke bron, Of grondloze oceaan, Genade- en glorizon, Laat my ochnooit ontstaan Het heil, dat al ’t verlangen van De ziel voor ewig stillen kan. Blyf my „toch by” Godt, myn hoogste goet, Want anders ziet „myn oog hier niet, Dat iemants wensch voldoet.” „O aller góden Godt, Hoe zalig is de mensch, Die tot zijn hoogste lot U kiest, en naar zijn wensch Geniet! uw gunstgenot alleen Vernoegt de ziel, ook hier beneên. Blyf my „toch by” Godt, myn hoogste goet, Want anders ziet „myn oog hier niet, Dat iemants wensch voldoet.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 127