EEN GEDEGENEREERDE FAMILIE.
3
f
t
goud-
f
door hem verwekt bij Johanna Christina van Amelonse
voor de andere helft, maar voegde er de zonderlinge
bepaling bij, dat indien juffrouw Glimmer, die toen nog
minderjarig was, zonder nakomelingen kwam te over
lijden, haar erfdeel zou komen aan de Ned. Gerefor
meerde Diaconie-armen te Amsterdam, doch indien zij
zich in den echtelijken staat zou begeven en daarin ver
wekken een zoon, die in den doop genoemd zou worden
Abraham, zou zij aan de Diaconie bij wijze van legaat
20.000 moeten uitkeeren. Na het overlijden van een
natuurlijken zoon Abraham zal de erfenis overgaan op
zoodanig kind dat den naam van Abraham zal dragen
en zoo voortgaande tot in het vierde gelid, wanneer
de laatste of vierde Abraham over dit vermogen naar
welgevallen zal mogen beschikken, maar indien binnen
of op het vierde gelid een Abraham kwam te ontbreken
zal de erfenis na overlijden van den laatsten bezitter
moeten komen aan de Ned. Gereformeerde Diaconie-
armen.
Verder schonk hij: 1°. aan de Diaconie te Batavia
f 10.000 op voorwaarde dat „de diaconen gehouden
zullen wezen zijn gewesen slavin Aurora van Bima haar
leven lang en na haar overlijden haar kinderen, kinds
kinderen en verdere descendenten en zulks zoo lang
eenig afkomeling van haar in wezen zal zijn, met de
vruchten van gemelde som van 10.000 zal moeten
alimenteeren en onderhouden”. Voor deze Indische telgen
scheen hij den geliefden naam Abraham minder gepast
te vinden; 2". aan Dina Abrahams, van Banda, wonende
te Amsterdam, David de Vos, van Banda te Batavia
en Samuel Abtahamsz Brand van Sumbawa, die bij
hem in betrekking was gebleven elk f 2000; 3°. een
gelijk bedrag aan Pieter Krul te Rotterdam en 4°. zijn
en zilverwerk aan Maria Anna Sabonadiare te