f 122 DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. de groene tafel voor financiën plaats namen, achtte dan ook „een gelukkig vallende lucifer” de beste oplossing. De oude woning van Oldenbarnevelt heeft in den loop der eeuwen reeds zoo menige verandering onder gaan, dat de eene bouwstijl met de opvolgende recht streeks in tegenspraak is gekomen. Hoe het huis er in zijn bloeitijd uitzag, valt nog slechts na te gaan uit de daarvan gelukkig nog bestaande afbeeldingen. Reeds het voorgeslacht heeft aan de vernieling van den sierlijken voorgevel schuld: door het in 1780 af breken der fraaie, slanke topgevels en door de ver minking van het dak, dat door een timmermanslijst is misvormd en met een gemetselden zoogenaamden attiek voorzien werd. De herstellingen, welke het huis heeft ondergaan, dragen nog de sporen van de ruwe en on oordeelkundige wijze, waarop ze zijn uitgevoerd. Als wij van binnen zien, hoe de eertijds fraaie stucplafonds behandeld zijn, en de eenmaal monumentale trappen radicaal zijn bedorven; hoe de kamers van hunne geweven behangsels zijn ontdaan en hoe deze de lam- brizeeringen, deuromlijstingen, gebeeldhouwde schoor steenbetimmeringen, spiegels en de schoorsteenstukken hunne ornamenten en andere versierselen hebben ver loren, kan men nauwelijks een gevoel van verontwaar diging onderdrukken over zooveel opzettelijk begaan vandalisme. Hoewel erkend moet worden, dat waar bij de inrichting van oude gebouwen tot kantoorlokalen, waarvan reeds a priori kon worden vastgesteld, dat zij voor dat doel totaal ongeschikt waren, slechts sprake kon zijn van zoogenaamden utiliteitsbouw en de uiterlijke verzorging geheel ondergeschikt moest worden gemaakt aan den eisch van bruikbaarheid, zal het zeer de vraag zijn of we ons wel altijd kunnen beroepen op de noodzaak

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 133