t
DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
125
één huis verbouwd en bekend als het huis van Obdam).
Het uitwendige van het gebouw, gelijk het zich ver
hief achter het pleintje of voorhof, dat met eenig plant
soen beplant en door een muur van de straat was
afgescheiden, deed reeds vermoeden, dat het een aan
zienlijke woning moest zijn. Dat het aanvankelijk van
hout zou zijn opgetrokken, is ten aanzien van dit huis
niet wel aan te nemen; uitdrukkelijk wordt vermeld,
dat bij de slooping van het oorspronkelijke gebouw in
1394 het af komende puin werd weggevoerd. x).
Wanneer nu het huis werd gesticht, is niet met
volkomen zekerheid te bepalen; er zijn gronden om te
gelooven, dat de stichting tot de 14e eeuw opklimt.
In een schepenbrief van 1409 is reeds sprake van de
uitgifte van „twee morgen lant, gelegen in den ambocht
„van den Hage, beneven de Jacopynen en after des burg
graven stal van Leyden.’’ Aangenomen mag worden
dat bij dien stal een huis behoorde, hetwelk dan om
streeks 1400 door Hendrik van Wassenaer nieuw ge
bouwd kan zijn. Waarschijnlijk is het uitgegeven land
toenmaals tot boomgaard aangelegd.
Hendrik van Wassenaer verwierf als krijgsoverste
grooten naam. Toen de stadhouder en rentmeester Jan
van Arkel aan Hertog Albrecht weigerde rekenschap
van zijne bediening te geven, werd aan graaf Hendrik
als „opperste Kapitein’’ van de Hollanders en Water
landers in 1402 opgedragen Heer Jan met den sterken
arm tot nakoming zijner verplichtingen te noodzaken;
terwijl hij in 1420 Leiden hielp innemen, dat door Jan
van Beieren belegerd en door Hendriks eigen vader,
Na den moord op Aleida van Poelgeest werden de huizingen
der hoofdaanleggers verbrand of gesloopt. Gelijk lot trof in den
Haag het „Hof te Wassenaer”, eigendom van den Leidschen burg
graaf Philips van Wassenaer (vader van Dirk). Charterboek, III p. 601.