DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 129 waren 9 de vroegere bezitter niet geheel onkundig werd gelaten aangaande de administratie er van. In de notulen der Staten van September 1590 vindt men dat Lamorael de Ligne aan Prins Maurits brieven van vrijgeleide had aangevraagd ten behoeve van zijn gemachtigde Denys de la Chappelle van Doornik, voormalig baljuw van Ostende, en Jan van Weerde, rentmeester van Belloeil om van den rentmeester Jacob de Jonghe, van zijn in Holland gelegen onroerende goederen rekening en verantwoording aan te hooren en dezen van het tot 1583 gevoerd beheer te dechargeeren. Reeds op 12 September 1584x) werd aan het Hof te Wassenaer een definitieve bestemming gegeven, het werd nl. tot verblijf bestemd voor graaf Philips Willem van Hohenlohe, vrijheer van Langenberch, die over der Staten leger als opperbevelhebber met den rang van luitenant-generaal gebood en die op 5 Februari 1593 te Buren Maria van Nassau-Beieren (dochter van Willem van Oranje uit zijn tweede huwelijk met Anna van Saxen) zou huwen 2). „Geordonneert dat uyt den huyze van Wassenaer binnen den „Hage gedestineert tot logys van zyne genade den grave van Hohenlo, „met ’er daet zal vertrecken Bovekerke, zonder dat ook yemand „anders aldaer zal logeren sonder consent van Zyne genade, Dan „alleenlyck de bailliue van Wassenaer als concherge met zyn menage". 2) Zijn rechten op de goederen van den befaamden krijgsoverste hertog Erik van Brunswijk, die op 17 November 1584 was gestor ven, waren door hertog Hendrik Julius van Brunswijk, als diens erfgenaam, aan graaf Hohenlo overgedragen. Zijn weduwe, Marie gravin van Hohenlo. verhuisde later naar het kasteel te Buren, doch bewoonde bij tijden het huis aan den hoek Kneuterdijk en Hartog- straatje (Stinkstraatje). Haar aandeel in genoemde woning verkocht zij op 26 Mei 1607 aan Mr. Erik Dimmer, raad in het Huis van Oranje, die voor de wederhelft aan de erven Hohenlo huur be taalde. Later (1636) ging het perceel in zijn geheel over aan den berucht geworden griffier der Staten-Generaal Mr. Cornelis Musch. In 1652 werd het het eigendom van Mattheus Hoeufft.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 140