DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 133 der Mijle, Academ H. A. W. Proefschr. 1907. van der Vegt. Cornells van betreffende de afkomst en de verdere loopbaan van Van der Mijle te schetsen laat de mij toegemeten plaatsruimte niet toe. Waar echter zijn levensgeschie denis eenen heeft tot meenen wijzen. 1) Van der Mijle liet zijn pas zoowel in- als uitwendig, met zorg restaureeren wendde in den loop der jaren aanmerkelijke tot verbetering der inwendige inrichting uitvoerige plan verworven eigendom, en sommen aan. Op het van den Haag Ao. 1616 doet zich de woning voor onder No. 19 en geeft de in den ge- kanteelden muur met een trapjesgevel opgebouwde poort, waarboven het wapenschild der van der Mijle’s is aan gebracht, met ter weerszijden een kijkgat, over het voorpleintje toegang tot de achtergelegen huizinge, waarachter zich de boomgaard of hof uitstrekte. In dit tijdperk begon men de erven meer gelijkmatig af te palen, en in de rooilijn der aangrenzende perceelen te brengen. Het oude roodsteenen huis met zijn spits toeloopende daklijst was in den stijl van het laatst der 16e eeuw. De groote overdekte ingang of portiek, in wier eiken hout de familiewapens waren uitgehouwen, de zware deuren, de lange smalle vensters met kleine in lood gevatte en met wapens en spreuken gebrandschilderde glazen, waarin beschilderde medaillons prijkten, de vloer belegd met plavuizen mozaïk, het geheel gaf den indruk eener patricische woning. De wanden der groote voorzaal met haar eikenhouten hedendaagschen biograaf de stof geleverd een interessante uitvoerige levensbeschrijving wij te kunnen volstaan met daarnaar te ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 145