DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
134
I
De „Quoyere van de Ambachtsheerlycheyd van der Myle",
Ao. 1628 (Rijks-Archief) geven inlichtingen omtrent zijn financieelen
toestand.
2) Vgl. Dr. J. A. Worp, De briefwisseling van Constantijn Huy
gens 16081634.
lambrizeering waren behangen met vlaamsch geweven
behangsels en versierd met olieverfportretten van be
kende meesters. De zoldering was van bruin gewreven
eikenhout met hanebalken. De schouwbetimmering met
fraai snijwerk droeg een schoorsteenstuk. Aan de wanden
lage stoelen met welgevulde zittingen en hooge ruggen.
Blijde en droeve dagen hebben zich in deze woning
afgewisseld.
De band van hartelijke toegenegenheid, die onzen
Staatsraad aan zijn naasten buurman bond, werd in zijn
gezellig ingerichte woning nog nauwer aangehaald.
Huiselijk var. aard, hield van der Mijle zich zooveel
mogelijk in den schoot van zijne familie op. Rijk met
middelen gezegendleefde hij geacht en bemind en
ontving gaarne in zijn smaakvol ingerichte vertrekken
zijn vele vrienden. Te midden der bezigheden, waartoe
zijne ambten hem verplichtten, vond hij immer gelegen
heid tot letterkundigen arbeid of zocht hij verstrooiing
in historische studiën en in een uitgebreide briefwisseling
met geleerde Leidsche of met binnen- en buitenlandsche
kennissen. Vooral met den dichter-staatsman Constantijn
Huygens correspondeerde hij over onderwerpen van zijn
speciale wetenschap 2). Feitelijk trok de wetenschap hem
meer aan dan de staatkunde.
In de fel bewogen dagen van 1618, die het vaderland
met ondergang dreigden, had de partijstrijd tusschen
den Advocaat van den Lande en zijne medestanders
eener- en Maurits met zijn aanhang anderzijds, wel
het hoogtepunt bereikt en heeft zooals bekend