145
DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
10
jaargelden ad f 240.000 uit Engeland had ontvangen.
Vóór haar afreis nam zij overal hartelijk afscheid. Zoo
wel de leden der Algemeene als die der Hollandsche
Staten brachten haar afscheidsbezoeken, welk voorbeeld
door de magistratuur en allerlei hooge Haagsche en
andere autoriteiten werd gevolgd. Met twee oorlogs
schepen ging zij te Hellevoetsluis met haar gevolg onder
zeil en kwam op 26 Mei 1661 te Gravesend aan. Voor-
loopig nam zij te Londen intrek ten huize van den
ambassadeur Lord Craven in Drurylane, wien de
restauratie weder in het volle bezit zijner goederen had
gesteld. Later betrok zij het bekende Leicesterhouse.
Karel II had haar een vast jaargeld van 120.000
verzekerd.
Met haar gevoelig en impressionabel karakter trok
zij zich de betrekkelijke koelheid waarmede zij aan het
Engelsche Hof ontvangen werd, zeer aan. Niet lang
duurde het of zij begon te kwijnen, de ziekte nam toe
en de geneesheeren constateerden pleuris, waarbij later
een ernstige longaandoening kwam. Haar leven spoedde
ten einde, reeds op 23 Februari 1662 overleed zij nog
onverwacht. Haar graf bevindt zich in Westminster
Abbey, alwaar haar stoffelijk overschot op den 26en
dier maand met groote statie bijgezet werd.
Haar overlijden op 65-jarigen leeftijd ging zoowel
in Engeland als hier te lande vrijwel onopgemerkt
voorbijhet was slechts een incident in de reeks van
gebeurtenissen. Geen harer tijdgenooten schijnt bij
haar verscheiden haar ontegenzeggelijke bekwaamheden,
allen daarentegen haar feilen, in het licht te hebben
gesteld.
Weinig vorstinnen zijn dan ook in de verschillende
tijdperken haars levens meer verschillend beoordeeld
dan Elisabeth Stuart.