DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
147
Reg. appt. 21 Maart 1671.
Met het overlijden van Maria van Oldenbarnevelt
eindigde de luister van de voorvaderlijke woning geheel.
Was er gedurende haar leven niet meer die zorg aan
besteed, die het behoefde, onder de nieuwe bezitster
zou blijken, dat het hotel, evenals het aangrenzende
perceel, door slecht onderhoud hier en daar zelfs in
bouwvalligen toestand verkeerde. De ten deele op den
niet uitgegraven veengrond opgetrokken muren, misten
op meer dan één plaats elk onderling verbandten be
hoeve van andere doeleinden waren zij uitgebroken en
verzwakt, doch het ergste was, dat zij rustten op door
zwam geheel verteerde balken, waardoor zij overal
scheuren en verzakkingen vertoonden.
Nu lag het allerminst in de bedoeling der eigenares
om heel veel uitgaven aan het vrijwel uitgewoonde
perceel ten koste te leggen. Meer in overeenstemming
met den in de tweede helft der 17e eeuw heerschenden
bouwstijl, wenschte zij het pand tot meer modern inge
richte huizen te verbouwen, die behoorlijk productief
gemaakt konden worden. Diensvolgens werd in 1671 de
geheele woning afgebroken, de voorgevel in de rooilijn
van de aangrenzende perceelen gesteld en gesplitst in
twee woonhuizen.Hiermede ging voor dit stadsgedeelte
een uiterst pittoresk geveltje verloren.
De burgerlijke architectuur vond voortaan haar voor
beelden in de nieuw klassieke bouworde van Frankrijk
uit naar hier overgebracht, de z.g. style Louis XIV, die
zijn sporen heeft nagelaten in de meeste bouwwerken
uit het einde der 17e en het begin der 18e eeuw. De
facades van het nieuwe gebouw werden opgeluisterd
met ornamenten en een fronton met veel beeldhouw
werk. De voorgevel was van baksteen, het midden-