DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 153 Reg. app. 24 Juli 1749. zagen werden bij de verbouwing de twee perceelen weder tot één gebouw vereenigd, aan het nog bestaande westelijke gedeelte werd o. a. de uitbouw of uitstek hooger opgetrokken en de stoep meer naar voren ver legd en een ijzeren hek voor het gebouw gesteld 1). Bij den koop van laatstgenoemde woning, die des tijds voor ƒ1200 'sjaars aan den vermaarden Frieschen dichter-edelman Jhr. Onno Zwier van Haren verhuurd was, behoorden ook de in het huis aanwezige behangsels, vaste spiegels en schilderijen. Tevens waren in den koop begrepen twee in den zoogenaamden kolk (Kloosterkerk- straat) gelegen stalgebouwen met koetshuizen, waarvan de een achtereenvolgens voor 150 ’sjaars in gebruik genomen werd door de stalhoudersflrma Wed. Sendler en Zoon, de wed. Halungius en baron van Tuyl van Serooskerkenterwijl de grootste eerst aan graaf Maurits van Nassau en later aan den thesaurier Hop tegen een jaarlijksche huursom van ƒ250 afgestaan was. In December 1754 moesten beide stallen, die per saldo erg bouwvallig bleken, weder verkocht worden, de kleinste bracht ƒ1025 op, kooper was Simon Bollardde grootste ging over aan den secretaris Boey voor ƒ1500. Het Logement der Vijf Steden bestond na de plaats gehad hebbende verbouwing en „perfectionnering”, welke omstreeks het najaar van 1750 geëindigd was, uit een twaalftal zoo groote als kleine vertrekken. De hardsteenen treden opgaande, betrad men bij het binnen komen een royalen gang met witte en blauwe steenen bevloerd. Boven de aangebrachte nissen in het gewelf van het trappenhuis waren sierlijke stucornamenten aan gebracht. De aan den voorkant westwaarts gelegen be nedenkamer met het gespaard gebleven uitstek, was

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 167