B 154 DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. Een tweetal zilveren soeplepels, versierd met de wapens der respectieve steden werden in 1763 aangeschaft (Archief Hoorn). met het goudleeren behangsel, den hoogen smallen spiegel tusschen de ramen en boven den schoorsteen een fraai schoorsteenstuk, bestemd als gewone eetzaal. Langs de wanden stonden gebeeldhouwde met groen trijp over trokken stoelen met hooge ruggen. De tafel, belegd met het fijnste damast, droeg het tinnen servies voor dage- lijksch gebruik. Daar waren de groenteschalen, de visch- en vleeschschotels, de sauskommen, de bierkannen, de platte en soepborden en wat dies meer zij, alles van het beste tin. Alleen bij bijzondere gelegenheden kwam het fraai gedreven zilveren tafelgereedschap voor den dag1). Het buffet bevatte, behalve een groot tinnen koelvat en kannen, zeven „caraffen van engels glas”, verder de noodige bokalen, wijnkelken en bierpullen. Er waren ook „Engels porseleine” koffie- en theeser viezen, maar deze bleven zooveel mogelijk in de kast. Verder stonden er, bij de voorliefde onzer vaderen voor het spel, in de hoeken speeltafeltjes, bestemd voor dam- en schaakspel. Ook het verkeerbord en de quadrilleer- kaarten ontbraken niet. Zooveel mogelijk werd het maal onder aangenamen kout gerekt, vooral in den wintertijd, men hield van de gezelligheid. De heeren gingen trouwens niet alleen naar den Haag, zij kwamen er „met hunne vrouwen, „descendenten en domestiquen” en maakten het er zich zoo aangenaam mogelijk. Veelal droegen de echtgenooten of dochters van de afgevaardigden den titel van „mevrouw „van de huishouding” die haar recht op eenig salaris gaf. De maaltijden waren gewoonlijk zeer goed, de kastelein zorgde voor alles. De souvereinen van het land rekenden dan ook een exquis diner onder de eerbewijzen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 168