155 DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. Op 26 Mei d.a.v. wordt in het Kohier een uitgaaf van f8.14 aan Jan de Puyt aangeteekend „voor de leverantie van schilderdoek „tot de paneelen in de schoorsteenen en boven de deuren in de „groote zaal, kleine spreekkamer en eetzaal”. Bovendien kreeg F. E. Lindenberg f 35 voor vier schoorsteenstukken in de particuliere vertrekken der gedeputeerden „van wien de vorige stukken op de „Haagsche kermis gekocht”. (Archief Hoorn). die hun rechtens toekwamen. Zij waren bereid er voor te betalen en de wijn ontbrak niet, het reglement voor den kastelein bevatte secure bepalingen omtrent de te consumeeren kwaliteiten en soorten. Daar het Logement vrij van betaling van accijns was, behoefde men niet op een okshoofd te zien, de stad was er goed voor. Aan het einde van den gang kwam men in de zooge naamde groote en kleine commissiezalenbeide op be scheiden voet gemeubeld. De grootste was bestemd voor de vergaderingen van de „Heeren Gedeputeerden ter dag kaart”. Zij had een fraaien „engelsch” marmeren schoor steen, van boven met een in tweeën gedeelden spiegel in vergulde omlijsting, halverwege een „grauwtje”. De kamer was rondom gelambriseerd in wit en goud en in vakken betimmerd en met rood satijnen behangsel. Boven de deur een schilderstuk. Om de tafel twaalf stoelen bekleed met groen damast en een fraai gesneden armstoel. In 1750 volgde de opdracht aan J. Carré om het ge schilderde plafond schoon te maken en te restaureeren, terwijl wij op 13 Mei 1751 vermeld vinden dat een achttal doeken, bestemd om als schoorsteenstukken te worden geplaatst op de Haagsche kermis voor ƒ70 waren gekocht. Men weet dat deze Jaarmarkt of Hof- kermis gehouden werd de laatste acht dagen vóór en de eerste acht dagen in Mei. Aanvankelijk waren de voor naamste kramen op het Binnenhof te vinden (op het Buitenhof stonden de spellen) doch na den bekenden brand

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 169