DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
161
opdracht verleend om onderscheidene groote panden
aan te koopen ten dienste der „Ministeriën en depar
tementen van het gouvernement in de residentie”.
Hiermede brak voor de grootere huizen een betere
tijd aan.
Niet lang duurde het of men liet ook op het zeer
gunstig gelegen huis op den Kneuterdijk het oog vallen,
met de bedoeling er een der openbare takken van staats
dienst in onder te brengen. Men heeft er een oogenblik
aan gedacht om Marine in het Logement der Vijf Steden
te huisvesten, maar uit hoofde van den ruïneuzen toe
stand, waarin het door het verblijf der militairen ver
keerde, moest van dit voornemen afgezien worden.
Op 5 Augustus d.a.v. waren de onderhandelingen
door Duijfhuis namens den Lande gevoerd met den
Hoornschen lasthebber Thimon Velius Baert, zoover
gevorderd dat een voorloopig koopcontract kon wor
den opgemaakt. Baert vroeg aanvankelijk f 30.000
terwijl Duijfhuis ƒ28.000 bood, waarvan 14.000 in
contante penningen en de wederhelft te kwijten uit
de verpondingsgelden door Hoorn te ontvangen. Na
eenig tegenpruttelen werd op die voorwaarde welke
dezelfde regeling inhield als bij den koop van het voor
malige logement van Gouda de koop gesloten en
kwam de definitieve overdracht aan den Staat bij acte
van 8 September 1806 tot stand. Als lasthebber van
den Raad van Hoorn, mede namens de steden Edam,
Monnikendam, Medemblik en Purmerend trad nu op
G. Reijtenbach.
Ook van verschillende stallen in de Kloosterkerkstraat
volgde de aankoop met bedoeling om die te amoveeren
en er een nieuw gebouw voor financiën op te richten.
Niet minder dan veertien perceelen werden voor dit
doel in den loop der jaren 1806 en 1807 door den