DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
163
Wassenaer, bij acte van 19 van Zomermaand 1809 een
gedeelte van diens tuin voor 300. Op de plek der
aangekochte stallen, die afgebroken werden, deed men
nieuwe muren verrijzen om een afzonderlijk gebouw te
stichten.
Wij zagen reeds, dat in 1806 op last van Koning
Lodewijk het Binnenhof ontruimd moest worden voor
huisvesting van zijn hofstoet. Bij die gelegenheid was
noodig, dat tot verplaatsing van de daar geborgen archie
ven werd overgegaan, waartoe het departementale be
stuur van Holland bij besluit van 31 Juli 1806 eene
Commissie instelde, die tot taak had om voor het groot
aantal stukken naar geschikte bewaarplaatsen uit te zien
en die zich ook met de overbrenging en rangschikking
er van zou belasten. Voorloopig werden in Augustus
van dat jaar de stukken rakende de Staten van Holland,
die van het Departementale Bestuur van Holland en later
die van het landdrostambt van Maasland (dit laatste van
18071810) naar het Oude Hof in het Noordeinde
overgebracht. Bij de krachtens besluit van 21 Februari
in 1811 bevolen inrichting van dit gebouw tot Keizerlijk
Gerechtshof vond een gedeelte der papieren meer op het
binnenlandsch bestuur betrekking hebbende, in het ge
bouw der prefectuur, thans Kon. Bibliotheek, plaatsing,
terwijl het oudere gedeelte, w.o. de registers der kantoren
en gemeentelandsmiddelen en van den ontvanger-
generaal van Holland en Westfriesland met inbegrip
van de bescheiden afkomstig van den Hoogen krijgsraad
en der gesupprimeerde militaire vierscharen in het voor
malige Logement der Vijf Steden gedeponeerd werden.
Ook het Domeinarchief was daar reeds geborgen. Ge
lukkig ontsnapten deze archivalia aan het gevaar om
naar Frankrijk te worden gezonden. Wel was bij Keizer
lijk decreet van 21 Maart 1812 een groot gebouwen-