DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
168
ook op
Resol. 10 Dec. 1583.
heeren van Wassenaer door een gedeelte der Monniken
plaats gescheiden waren.
Van Doorne, die de zijde van Jacoba van Beieren
hield, zag zich in 1424 door de Kabeljauwsche partij
het land uitgebannen, wat gepaard ging met verbeurd
verklaring zijner bezittingen.
Philips, ruwaard van Holland, Zeeland en Hene
gouwen geworden, beschikte er over naar welgevallen
en schonk o.m. het huis in Februari 1424 aan zijn
moeder Elisabeth van Corbits, hertogin van Beieren
en Lutzenburg, gravin van Chiny. Later kwam het pand
aan de heeren van Naaldwijk, die er ook hun naam
aan gegeven hebben.
Slechts korten tijd werd het betrokken door Jan
de Ligne, baron van Barbangon, tevens heer van Naald
wijk. Door zijn huwelijk met Margaretha de la Marck
kon hij den titel van graaf van Aremberg bij zijn naam
voegen, onder welken hij het meest bekend is geworden.
Wanneer de graaf te velde was, bewoonde meestal
zijn gemalin het huis, doch na 1583 zouden zich in het
leven der grafelijke familie gebeurtenissen voordoen,
die veranderingen in hun toestand brachten en
hunne bezittingen van invloed zouden zijn.
Zoowel Aremberg, als de Ligne, Aerschot, Chimay,
Croy, Montigny, kortom de bloem en het meerendeel
der adellijke geslachten in de Zuidelijke Nederlanden
hielden de zijde van den Koning van Spanje. Alleen
bij de steden vond Oranje’s verzet tegen de Spaansche
overheersching in zijn streven voor een zelfstandig volks
bestaan, den krachtigsten steun. Omdat Aremberg in
dienst van Philips II stond, werden bij vonnis van
5 Mei 1583 x) de goederen van den Spaansch gezinden