DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 171 zekeren dien vreemdsoortig gebouwd. Het waren donkere, sombere huizen met smalle gangetjes en trappen, terwijl de „door- ganck’’ waarvan in de acte van 1589 sprake is, bestond in een overbouwden gang (zooals het oude stadsgedeelte nog vaak te zien geeft) waarboven de woning van kleermaker Van Gelder liep. Later noemde men gang het Hofpoortje, hetwelk naar het Achterom toe gang gaf en aan het einde der z.g. Stalsteeg of het Hofstraatje stond (nu de verbreede Kettingstraat). Een post in de Haagsche tresoriersrekening van 1611 ver meldt: „het poortje van den heere Advocaat Barnevelt”. Uit die aanteekening blijkt ten eerste dat Oldenbarne- velt zijn naam aan dit poortje heeft gegeven en ten tweede, dat de onderhoudskosten voor de eene helft ten laste der Grafelijkheidskas kwam en de wederhelft door de Stad werd gedragen. Plannen om zich van een beter gelegen woning in het meer patricische gedeelte van den Haag te voor zien hadden reeds lang bij den Landsadvocaat post gevat. Met dit doel was door hem reeds een stuk grond gekocht in het Voorhout, schuin tegenover den St. Joris- doelen, dicht aan en even buiten de zoogenaamde Bosch- poort, op welk terrein hij een paar huizen liet zetten. Bij acte van 12 Maart 1604 werd hem vergunning verleend om zijn erven aan de oostzijde door een muur af te sluiten. Twee jaar later deed hij het kleinste huis over aan zijn schoonzoon Reynout van Brederode, die de vergunning op 23 December 1604 overnam. Van verhuizen naar die omgeving schijnt Oldenbar- nevelt toen te hebben afgezien. Men weet, dat de Landsadvocaat zijn pas verworven bezit op den Kneuterdijk liet afbreken en herbouwen. Met voordacht had hij deze plek, gelegen op het hooge boschgedeelte, uitgekozen om zich hier een ruime, gerie-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 185