DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
173
L
beelden de Rechtvaardigheid en de Voorzichtigheid
prijktenhet hooge leien dak met zijn monumentale
schoorsteenen, afgesloten door een decoratieve hard
steenen balustrade met haar zware balusterster zijde
de hoofdingang met den wapensteen, de van onder
luiken voorziene gebrandschilderde kruisvensters, het
glas van boven beschut door schuin gekruist traliewerk,
de vensters gevat in hunne zandsteenen omlijsting en
afgedekt door hardsteenen ontlastingsbogen, door dub
bele pilasters van elkander gescheiden, deden zien dat
een nieuwe bouwtrant in opkomst was, de renaissance
zich voor goed had baangebroken en de gothieke trek
ken uitgewischt.
Deze woning gaf door het uiterlijk voorkomen ge
heel den indruk van den stand en het karakter van
den eigenaar en bouwheer.
Op den grooten plattegrond van Bos Ao. 1616 waar
op dit stadsgedeelte voorkomt, is het huis geteekend
als No 18. Zoowel op de platen van B. de Jonghes
Desolata Batavia Dominicana (1714) als bij Gijsbert de
Cretser's Beschrijving van s-Gravenhage (1729) komt
een afbeelding der woning voor. Hier reeds kan men
zien dat het huis iets van zijn oorspronkelijke schoon
heid heeft ingeboet; de deur is naar ’t midden verzet, in
plaats van het vroegere sierlijke hek 2) staan nu palen,
terwijl de fraai geornamenteerde schoorsteenen plaats
Deze beelden zijn in het laatst der 18e eeuw overgebracht naar
de hofstede Rodenrijs. Waar zij thans wel gebleven mogen zijn?
2) Oldenbarnevelt vroeg en verkreeg op 23 Aug. 1612 vergunning
om glintingen of hekken voor zijn huis te mogen maken, „welver-
„staende dat dezelve niet verder sullen mogen geëxtendeert worden
„dan den ’t heeren van den huyze van Wassenaer”. Mede werd
hem toegestaan de voor het pand staande twee of drie lindeboomen
te doen rooien „om het licht ende chieraet van de voorscr. huysinge
„nyet te beletten”.