I
1
DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
178
i
het Hof van Holland de
i Boheme voor de
lokaal werd inge-
x) De Staten kregen 14 July 1662 van
mededeeling, dat in het huis van de Koningin van
uitoefening van den Roomschen Eeredienst een I
richt, „zeer spatieus om kerkgewijs verwulfd te worden”, zulks in
weerwil van de strenge plakaten tegen dien godsdienst uitgevaardigd.
De Staten waren zoo verstandig om den machtigen Gezant niet te
ontstemmen en deden een oog dicht.
De weduwe van Van der Mijle, Maria van Olden-
barnevelt, die zich het gebouw, waarin haar vader
gewoond had, bij het overlijden van haar echtgenoot,
na de ontruiming door de Koningin van Boheme, toe
gewezen zag, verhuurde het bij wijlen aan vreemde
gezanten. Meestal hielden de opvolgende Fransche
Ambassadeurs er verblijf o.a. Claude de Mesmes, graaf
d’Avaux, die in 1643 naar Holland werd gezonden om
voorloopige besprekingen te voeren, welke vijf jaar later
tot den Munsterschen Vrede zouden leiden. In 1662
kwam er de bekende graaf d’Estrades in te wonen
Volgens den Europeeschen Mercurius diende het hotel
met Reynout van Brederode, Cornelis van der Myle
en Theophilus van Cats, werd nu overeengekomen dat
aan de dochter en kleinkinderen van wijlen Oldenbarne-
velt, zou worden toebedeeld de eene helft der nalaten
schap, volgens taxatie van de „Camere van Reeckeninge”,
vastgesteld op 92152 pond. De comparanten verbonden
zich daarbij binnen een maand of zes weken aan H. E. M.
in contante penningen te zullen fourneeren een bedrag
van 20.000 pond, „zullende het land van Holland af
houden 40000 gelycke ponden” en voor wat betrof de
nog resteerende 32152 ponden zouden deze op interest
tegen den penning 16 blijven loopen.
Tegen de grijpvogels van het Gemeenebest bleek het
kwaad vechten.