DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 180 von Wartenberg, voor de som van f 41.800. Het perceel wordt daarbij als volgt omschreven„een huis „en erf met stallingen en koetshuizen aan de n. z. van „den Kneuterdijk met een vrijen uitgang van achteren „in de straat achter de Kloosterkerk”. De nieuwe eigenares liet het huis, dat als gevolg van jarenlange verwaarloozing sterk in verval geraakt was, wegens de daaraan ontstane gebreken, geheel nieuw restaureeren, wat de oude woning echter niet ten goede is gekomen. De herstellingen zijn niet geschied met behoud van het oorspronkelijk karakter en de oude ornamenten. De in lood gevatte ruitjes en de aardige dakvensters verdwenen. In de ramen werd spiegelglas gezet en de ingang o.a. naar het midden verplaatst. Men zou, zoo oppervlakkig beschouwd, niet gedacht hebben, dat de nieuwe bewoonster met haar weidschen naam, uiterlijk type van een patricische dame, geenszins uit die hooge kringen afkomstig was. Toch laten de historische bijzonderheden hier geen twijfel. Voor zooveel uit de geschiedenis valt op te maken, verschijnt deze gravin als eene reizende en trekkende cocotte. Van alle markten thuis, schijnt zij niet veel te verliezen gehad te hebben, zelfs niet een goeden naam. Anna Rickers of Richers, dochter van een wijnhan delaar uit Emmerik, was gehuwd met den kamerdienaar Biedekamp, in dienst van Keurvorst Frederik III van Brandenburg. Gedurende haar echtverbintenis had zij zich in lagere sferen bewogen, totdat de vorst zijn aandacht op haar liet vallen. Mooie vrouw als zij was, wist zij een tijdlang de plaats van bevoorrechte minnares van Frederik in te nemen. Zoo doende was haar positie aan het verdorven hof van den Brandenburger gevestigd. Te midden van het illustre gezelschap, hoewel aan vankelijk geïntimideerd door de hofkringen, begreep zij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 195