DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 181 een rol van beteekenis te kunnen spelen. Al spoedig werd zij dan ook als de sultane favorite gevierd en streefden aanzienlijke heeren naar haar gunst. Doch het zou blijken, dat de dame gansch andere streken op haar compas had; haar eerzucht reikte heel wat verder. Hoewel bij den dood van haar echtgenoot reeds tamelijk berucht, vond zij weder een retraite in een aanzienlijk huwelijk en werd het spreekwoord hier opnieuw be waarheid, dat geen pot zoo scheef is of er past een deksel op. De jonge gedeboucheerde weduwe huwde met een harer bejaarde beschermers, de op 6 Februari 1643 in de Wetterau geboren Johan Kasimir von Kolb of Kolbe, sedert 1699 rijksgraaf von Wartenburg 1), Deze voormalige opperstalmeester in dienst van den paltzgraaf von Simmern was sedert 1688 naar het Brandenburgsche Hof overgegaan en had zich in die mate de gunst van Frederik III weten te verwerven dat aan von Kolbe reeds in 1696 de waardigheden van opperstalmeester en opperkamerheer werden ver leend en bij den val van Danckelmans die van minister en voorzitter van de Algemeene Landbouwdirectie. Tot die snelle bevordering schijnt zijne echtgenoote het hare te hebben bijgedragen. Het eeuwige cherchez la femme was hier weder toepasselijk. Van hare vroegere „stellung" wist de slimme intrigante handig gebruik te maken om haar echtgenoot blijvend te bevoordeelen. Alle vette baantjes wist het edele paar aan zich te trekken. In 1700 zag Wartenburg zich benoemd tot generaal postmeester, het jaar daarop verheven tot maarschalk van Pruisen, kanselier in de Orde van den Zwarten Adelaar en eerste Minister. Zijn Men zie het portret van Von Kolbe in „Erdmannsdörffer’s „Algemeine Geschichte” III p. 7.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 196