DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22. 182 den ambten leverden hem ver over de 100.000 Reichsthalers inkomen op, bovendien verrijkte hij zich per fas et nefas. Ter voldoening aan zijn losbandige en verkwistende levenswijze oefende hij bij zijne financieele operaties een waar schrikbewind uit, voornamelijk bij verpachtingen der domeinen. Geen wonder dan ook, dat hij en zijn beide kornuiten, de hofmaarschalk graaf Wittgenstein en de generaal-veldmaarschalk graaf Wartensleben bij het volk fel gehaat waren, doch daar Frederik, inmid dels Koning van Pruisen geworden, hen de hand boven het hoofd hield, konden zij ongestoord hunne praktijken voortzetten. Eindelijk liep het te bar, de tegen Warten- berg ingediende klachten waren van dien aard, dat hij in ongenade viel en de koning hem in 1710 met een pensioen van 24000 Rth. uit den dienst ontsloeg. De grand maïtre de la garderobe Paul Anton von Kameke had hem het voetje weten te lichten en kwam in zijn plaats. Wartenberg had den Koning op zijne reizen naar Holland in 1702 en 1706 vergezeld, in verband met diens aanspraken op de nalatenschap van Willem III als „Erbstatthalter aller Fürstenthümer Herrschaften und „Güter der Oranischen Succession”. Resol. Gecomm. Raden 18 Aug. 1702. Bij gelegenheid van verjaardag van den Koning van Pruisen, die beurtelings op het Oude Hof of op Hondsholredijk verblijf hield, werd besloten hem namens de Staten, door gedeputeerden aan te bieden een ameuble ment voor een kamer, „na syn caracter” welk aanbod „aanvankelyk „wel eerst gedeclineert maer daerna zeer obligeant geaccepteert werd”. Ook aan graaf Wartenberg werd bij die gelegenheid „een con venabel” ameublement aangeboden. Hierbij staat niet vermeld, of het eerst „gedeclineert” werd. Aan den koopman Bent of Bont te „Amsterdam werd de bestelling gedaan, „en mocht niet meer spanderen als 30 m. Gld. ten uitersten 31 m.” De leverantie schijnt niet mede- gevallen te zijn, althans op 16 Mei 1703 (secreet) wordt aangeteekend. „Aan den koopman M. van Bont boven de ontfengen 15 m. gld. nog „25 m. gld. onder verrekening”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 197