DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
188
vergunning 7 November 1710.
Acte van
om de drie aan den oostkant staande uitstekken van
zijn huis aan de Kloosterkerkstraat tot aan het dak te
doen optrekken. Bij die gelegenheid werden de bijbe-
hoorende stallen verbouwd. In 1710 liet hij de door
een muur afgesloten open ruimte aan het Voorhout
volbouwen en bij het hoekhuis aantrekken, waardoor
de zonder eenige versiering opgetrokken woning een
frontbreedte van zes ramen aan den voorkant verkreeg.
De hoofdingang kwam nu in het Voorhoutterwijl
in de Kloosterkerkstraat een nieuwe woning met stal-
gebouwen en koetshuis werd gezet. Bij zijn overlijden
legateerde Cloeck, die een zijner eigendommen aan den
ambassadeur van „Zijne Czaarsche Majesteit” prins
Kurakin verhuurd had, het huis in het Voorhout met
stallingen en koetshuizen en met inbegrip der meubelen
en schilderijen aan zijn stiefbroeder Mr. Willem Hen
drik Hop, die het in 1729 betrok. Bij de scheiding van
den boedel van zijn weduwe Wilhelmina Antoinette
Bise, werden, blijkens acte van 22 Maart 1774, de
beide perceelen aan haar dochter Henrietta Antoinetta,
gehuwd met Mr. Thiman Boeij, griffier en secretaris
van het Hof van Holland toebedeeld. Korten tijd (1785)
woonde er de vroegere pensionaris van Delft Mr. Jacob
Bisdom, de latere ontvanger-generaal der Unie. De
stal in de Kloosterkerkstraat verhuurden de executeurs
der weduwe Boeij voor ƒ200 (acte Januari 1799) aan
den ontvanger der gemeene middelen Mr. Corn, van
Beresteyn en het hoekhuis, bij acte van 24 Januari van
dat jaar voor ƒ1200 aan den kazernemeester A. van
Bijsterveld, om te dienen „tot incaserneering der holland-
„sche troepen in dienst der Bataafsche republiek.” Op
13 Mei 1799 werd een mislukte poging gedaan om