190
DE HUIZEN AAN DEN KNEUTERDIJK No. 22.
van
„heel geruïneerd, muurwerken en schoorsteenen defect,
„veele los en uyt elkander, timmerwerk welke niet
„verrot en vervuurd zyn, geschonden, alle behangsels
„moeste weggeruymd worden en de plafonds in slegten
„staat zijnde; voorts de kozynen defect, de ramen
„onbruykbaar, daken en goten en waterpijpen met alle
„derzelver aanhoren defect, aan zware reparatien en
„vernieuwingen susjets, allerdeplorabelst tot de kamer-
vloeren toe”. In de voornaamste reparaties werd toen
in 1807 en volgende jaren voorzien,
Inmiddels was bij Keizerlijk decreet van 12 April
1811 het hoekhuis ten gebruike van het Bureau van
de Domeinen en van de achterstallige Oud-Hollandsche
zaken afgestaan. Het huis in de Kloosterkerkstraat werd
in 1812 weder als kazerne gebezigd, ditmaal voor de
departementale compagnie, maar in 1814 bleek dat zoowel
in het hoekhuis als in dit gebouw de élèves der oplei
dingsschool en de militairen er zoodanig in huis hadden
gehouden, dat de kosten om alles weder in behoor
lijken staat te brengen, op ruim ƒ20.000 werden geschat.
Van 1829^-1831 hield de Hooge Raad van Adel er zitting
en de huizen werden ten slotte in 1832 na verbouwing
aangetrokken bij het Ministerie van Financiën.
Bij de met de gemeente den Haag op 16 April 1870
gesloten overeenkomst, werd bepaald dat een door de
gemeente van J. Delia voor ƒ14.678 aangekochte strook
grond, groot 8 are, aan de zuidzijde der Parkstraat
naast Financiën, door haar aan den Staat zou wor
den afgestaanwaartegenover de Staat zou doen afbreken
en verwijderen een gedeelte van het gebouw van Finan
ciën en den vrijgekomen grond overdragen aan de
gemeente, zulks ten behoeve van de verbreeding der
Parkstraat. Door de gemeente werd in de kosten van
aanbouw van nieuwe lokalen en het weder optrekken