EEN 18E-EEUWSCHE KRONIEK. 201 105. Diakenen van de Gereformeerde en ook die van de Waalsche Kerk plegen, als zij schaalcollecte willen houden, van het Hof van Holland verlof daartoe te vragen voorzoover betreft het collecteeren bij edelen en bij ondergeschikten van den Hove, en verlof van den magistraat van den Haag, om bij de burgers van 91. Een rijke weduwe (matrona quaedum illustris, vidua), uit den Haag, die één dochter had, ging naar 't buitenland en trouwde daar met haar knecht, door B. als Eros aangeduid. Een erfenis viel er open voor haar en zij keerde naar den Haag terug, om die met haar broer te deelen. Haar echtvriend volgde haar. Het echtpaar kreeg toen ongenoegen over ’t huwelijkscontract. De matrone beweerde, dat er op 16 Mei 1689 een huwelijkscontract was aangegaan tusschen haar en Eros en dat hierbij alle gemeenschap was uitgesloten. Maar Eros zei, dat hij deze acte slechts voor den vorm had geteekend, omdat zijn vrouw dit wilde, ten einde alleen en zonder zijn medewerking die erfenis te kunnen deelen met haar broer, en dat die acte dan ook na ’t huwelijk was opgemaakt en geantidateerd. Voor t Hof van Holland werden partijen verzoend; men zou scheiden van tafel en bed en Eros zou worden uitgekocht, maar in 1694 gingen Eros en de matrone weer samenwonen men verzoende zich en maakte een schikking nopens de financiën. De matrone sterft en nu volgt een ingewikkeld proces tusschen haar dochter en den knecht, eindigende den 16 Mei 1705. (De matrone heette Suzanna Studler vanZurck, vrouwe van Valkenburg, douai rière George de Hertoge; de knecht was Daniel van Hulzenbeek; de dochter der matrone heette Suzanna Eleonora de Hertoge, wed. Josephus de Rencorel, vrouwe van St. Martin.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 216