EEN 18H-EEUWSCHE KRONIEK. 205 was veroordeeld. (Vermoedelijk heette de schuldeischer Darval en de schuldenaren Graham en Hamilton, de borg Johan Cossart. Het arrest is dan van 17 December en niet van 30 November. Er was een Hamilton ge trouwd met Betty de Villiers; zie no. 260 en Journalen- Huygens, II, 555.) 239. Een zonderling heer was de zich noemende nobilis Courlandus. Deze had iemand van 17 jaar te Amsterdam 20.000 gl. afgewonnen met dobbelspel. De voogden arresteeren hem en eischten, dat de obligatie en de wissel, door den pupil onderteekend, zouden worden gedeponeerd onder den griffier van den hove en dat de edelman zou veroordeeld worden binnen 6 weken zijn actie in te stellen, als hij er eenige had, tegen den jongeling, sub poena silentii. De edelman wil onder borgtocht uit de gevangenschap zijn ontslagen, zich op zijn adeldom doende voorstaan, en beweert die obligatie gecedeerd te hebben, 't Hof ontslaat hem 22 Dec. 1706, onder borgtocht, ontzegde den eisch zijner tegenpartij nopens t deponeeren, en veroordeelde den edelman binnen 6 weken zijn actie in te stellen. De H.R. dacht er anders over; weigerde hem te ontslaan en veroordeelde tot deponeeren, wijl ’t uit dobbelspel was verkregen, „et dolus habeatur pro possessione”; van die cessie hoefde dus geen notitie genomen te worden. Aldus de sententie des H. Raads op 12 Januari 1707. De edelman, in woede ontstoken, steekt zich 2 wonden in zijn buik, ’t Hof van Holland, dit hoorende, zendt 2 van zijn raadsheeren naar de kastelenije, om den patient te zien. Toen rees bij den H. R. de vraag, of dit niet op den weg van den H R. lag, die immers de sententie gewezen had, dat hij daar moest blijven, met vernietiging van de beslissing van het Hof. De

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1921 | | pagina 220